Houd dan toch van mij
nu de dag op sokken wandelt
tussen populieren in het zilverruisen
en de maan zich wast in avonddauw.
Sluip op mij aan en leg je handen
op mijn schouders, je tentakels
rond mijn kille lijf. Buig mij,
buig mij rillend in je donker. Hoor
de merel en als de zomer nadert
in het geraamte van de schuur
vleermuizen. Maar houd van mij,
lieve nacht, en laat mij bij je slapen.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.