zoals wij samen
vervagen
onze handen
klappertandend uitstrekken
komen we samen
in het niets
reikend
zeg ik
neem de draad
en raap me op
als wij de eindjes
buiten bereik van vingertoppen
niet meer raken
en zweven
in het lucht ledige
ik liet je
een volgende keer,
onder de deur geschoven
ongelezen, onuitgesproken
achter stilte poorten
en het deinen
van dag en nacht.
als we aankomen,
van achter gesloten leden
begrijpen
dat een laatste keer
nooit zien mag inhouden
en zijn arm
rond een kus mag slaan.