DE LAATSTE ZON gaat ten onder midden
bloedrode westelijke wolken en hatelijke wervelwinden.
De naakte passie van de zelf-liefde der naties
danst in een dronken delirium van hebzucht
op de clash van huilend staal en verzen van wraak.
Het hongerige zelf van de natie barst los
in een geweldadige furie van schaamteloos vreten.
Heeft de Moeder zelve tot voedsel gemaakt, likkend
kauwend snauwend en slikkend zwelt het op en op en op,
tot het midden hoogmoedig ontij hart dichtklapt.
DE RODE GLOED einderend aan de horizon
is niet het licht van de dageraad der vrede,
maar het schijnsel van de brandstapel vol smeulend wrakvlees,
het zelf de liefde der naties dood door mateloze buitensporigheid.
DE OCHTEND wacht in de geduldige donkerte van het Oosten,
zachtmoedig en stil.
Welstandslaven van welvaart en welbehagen
breng offers voor die dageraad,
ken geen angst broers en zussen voor hoogmoedigen en machtigen.
In een kleed van eenvoud met een kroon van nederigheid
is jullie vrijheid de vrijheid van je ziel.
Groot is zelden groots
in de volmaakte naaktheid van menselijke rijkdom,
verwaande hovaardij nooit eeuwigdurend.
