Zal ik nog eens aanspoelen
gewoon voor een dag, of zo
Zou het er nog zijn
de wisselende kleuren van de zee
helgroen donkergrijs, soms gedwee
of de schuimbekkende branding
Zet ik mijn zonnebril nog eens op
Voor vrolijke papieren bloemen
gemarchandeerd op het strand
ambacht van menig kinderhand
zelfs het zand fleurde op
Zou ik het nog voelen
van warm droog wegzakken
tot vochtig zandplakken
om dan te zweven in de aanspoeling
van vloed of eb, starend naar het staketsel
Ontsnappend aan de dijkse drukte
onder de Venetiaanse Gaanderijen of
de warme winterzon op die bank, het casino
dat onnavolgbare accent, die snelle taal
vlugger dan een surfplank
denkend aan Ensor, zijn bonte cynisme
of de vogels volgen, de schelpen tellen
zoveel om nog eens…
Uitbarsting van leven, in vrijheid, in die bijna eeuwige wind
verankerd in mijn naam, alsof de Mercator me zacht deinend verslindt
Weer aanspoelen, hoe zou-t dan zijn?