Zwalpende zwaluwen zweven zoekend doorheen zwoele zweetwolken.
Dramaturgisch geduivel en gespiegel dempt de draaiende derwisjen.
De dierlijke dansen doen de deurzitters de das om.
Door de dampkring doneren ze dadelvruchten, doorprikken de draaihekken en denderen met drafpaarden over donderwolken.
Eén hand naar de hemel, één hand naar de aarde.
Zo draaien de derwisjen al eeuwen al rond, zo zweven zwalpende zwaluwen een tijdvak voorbij.
Donker en droog, water en licht. Mysterie, mirakel, mysterieus spektakel.
De religie raakt Rumi niet, zijn religie is liefde, elk hart is een tempel.