De warmte van een lichaam,
de geur van een lijf
Een huid, een ziel, een leven, een man.
Huid tegen huid
Vel tegen vel
Huid in huid
Verlangen. Luid.
Het zachte
het harde
en het onverwachte.
Een lage stem, achtzaam,
Af en toe een zucht,
een woord
een zin,
Het horen van mijn naam.
Dat mis ik.
Niet altijd
Niet soms
Maar ergens daartussen:
Als de zon zich ten ruste legt
En het zwarte licht
de stad tot rust verplicht.