Amelia zat op de kruk doodstil geblindoekt. de koude sneed door haar hele lichaam. de stank van rot hout en sigarettenpeuken werd haar bijna te veel. Ze probeerde de haar gedachten op iets anders te focussen: Jens en zij hand in en hand wandelend door Brugge. stevige voetstappen brachten haar meteen naar het heden. Ze verstijfde toen ze z'n adem in haar gezicht voelde. 'wie ben jij?' vroeg ze. Geen antwoord
Ze voelde de punt van de sigaret in haar huid dringen, beet op haar tanden om niet te schreeuwen. 'je bent een taaie, maar dat zal niet lang meer duren' sprak hij bij haar oor en gaf haar een kus op de wang.
