Zwemmen

Dimitri
19 nov. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Jonathan trekt keihard aan het touw dat rond Jamie’s nek hangt. De nukkige kameel vertikt het een poot te verzetten. Zie hem daar nu staan, zijn neusgaten wijd opengesperd, zijn kin hooghartig in de lucht. Alsof het Jonathan’s schuld is. Als er iemand deze situatie heeft gecreëerd, is het Jamie zelf. Jonathan sleurt Jamie al jaren mee door deze smalle straten. Hadden ze nu op de vlaktes van Kirgizië of Kazachstan gewoond dan was het allemaal zo erg niet geweest, maar dit is Erpe-Mere begod. De mensen staren! En ze wijzen! Jonathan is best wel wat gewend en kan het sneren van plattelandsbewoners er gerust nog wel bijnemen, maar soms gaat Jamie gewoonweg té ver. Een lelijke kameel meenemen naar het zwembad, dat kan toch helemaal niet? Wat voor indruk zou hij dan maken bij de meisjes? Bovendien is het niet hygiënisch.

Jonathan beseft maar al te goed dat Jamie een hersenspinsel is, een waanvoorstelling, maar dat maakt hem daarom niet minder echt. Elke dag opnieuw staat die vervloekte kameel naast zijn bed te wachten tot hij wakker wordt. In het begin probeerde hij het dier te negeren, maar een monster van bijna een ton, met twee gigantische bulten en een geur die doet denken aan verse, zongerijpte beerput laat zich nu eenmaal niet zo gemakkelijk ontkennen. Dus nu gaan ze samen op stap.

‘Hé, grote jongen,’ Jonathan klopt bemoedigend op de hals van het lompe dier, ‘wij gaan samen op stap hé? Kom jongen. Kom maar mee met ‘t baaske.’

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Dimitri
19 nov. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket