Voeten in de aarde en alles beweegt.
Hij kijkt. Hij veinst. Hij overpeinst.
Hij betrapt een grasspriet in zware aarde. Dat denkt hij.
Maar zij ontluikt. Zij is een bloem
die verschijnt, de maan die verdwijnt.
Langzaam.
Voeten in de aarde en alles beweegt.
Leven gonst rondom.
Wespen sluipen, dauwdruppels
druipen, slakken slurpen zich
voort op donkere takken. De kelk wiegt onder 't gewicht
van de bij.
Voeten in de aarde en alles beweegt.
Stof waait op rondom.
Een vliegtuig lost op in slierten boven hem. Wortels in zoden
onder zijn zolen. Zoete kersen
kruipen rottend weer in de aarde. En als straks het stof in slijk verdwijnt,
waait de wind
suizingen in zijn hoofd. Voeten in de aarde.
En alles beweegt.