Tip van de week

02/04: 'Bewijs van bestaan' van Mephis

Vanessa Daniëls is acteur en dichter/performer. Ze wordt warm van zon, goeie koffie, dichterszielen en kamerplanten. Met haar theaterervaring en enkele prille gedichten op zak, beklom ze in 2018 voor het eerst het podium van De Sprekende Ezels en kreeg ze zo de smaak van het poëzieperformen te pakken.

Ze creëerde de poëzietheatervoorstelling 'Kaffee' en staat zowel solo op het podium als met de poëzieband NEST en het trio Bald & Beautiful. Daarnaast werkt ze in Brussel als tekstschrijver/spelcoach bij socio-artistieke projecten en schrijft ze al eens teksten voor het muziektheatergezelschap BRODER. In 2024 werd Vanessa kampioen poetry slam van Antwerpen en stond ze in de finale van het Belgisch Kampioenschap.


Vanessa Daniëls tipt deze week 'Bewijs van bestaan' van Mephis

"Waar woont u?"
Een vraag die evenveel betekent als: waar ben je thuis?

Een vraag waar het hoofdpersonage in dit kortverhaal van Mephis (pseudoniem van Evelyn Mérida) zich mee geconfronteerd weet, wanneer ze in een stoffig kantoor in aanraking komt met met een klassiek staaltje ambtenarij.

De eerste zinnen zijn zo treffend neergezet, dat je meteen de sfeer van het kantoor te pakken hebt: de plant die niet langer groen is, de koffie niet langer vers. Dit is geen plek voor fantasie of uitzonderingen.

Ook de ambtenaar wordt raak geschetst als “een uitgebluste archeoloog die een potscherf bekijkt”.

Wat zich ontvouwt is een situatie waarin het zoeken naar identiteit van het hoofdpersonage haaks staat tegenover het starre binaire denken van de bureaucratie. Dit is het klassieke gegeven van de protagonist versus de antagonist. De spanning tussen twee uitersten, waarbij één van beiden moet buigen. 

Het verschil vertaalt zich ook in de taal. De korte, zakelijke vragen versus de poëtische antwoorden.

Deze tekst laat me achter met de vraag: hoe komen mensen tot dat punt dat ze niet meer verder raken dan de correcte antwoorden in “het systeem” en niet langer de mens zien achter een document?" 

 

Gerelateerd

Tip

Bewijs van bestaan

In een vergeten kantoor, tussen een plant die ooit groen was en een koffiezetapparaat dat de droom van versheid al lang had laten varen, lag een formulier. Het was geen opvallend document; geen heilig perkament, geen geheim geschrift van een verloren continent. Het was niets meer dan een schriftelijk bewijs van verblijf. De ambtenaar achter het loket schraapte zijn keel en bestudeerde me zoals een archeoloog een potscherf bekijkt: nieuwsgierig, maar met de uitgebluste blik van een persoon die al talloze scherven heeft geteld. Zijn vingers rustten op een halflege koffiebeker, de rand getint door oude afdrukken van opgedroogde slokjes. "Bewijs van woonst," herhaalde hij, alsof hij zelf niet geloofde dat zulke stukkenecht bestonden."Maar waar woont u?" Ik zweeg even. Waar ik woon? Dat is een uitstekende vraag. In welk huis? In welke stad? In welke taal? Ik heb adressen gehad, brieven ontvangen, belastingen betaald; maar als je me vraagt waar ik woon, kan ik louter een opsomming geven van plaatsen die ik ooit bewoonde, niet van waar ik thuishoor. Thuis ligt verscholen tussen de letters van twee paspoorten, tussen een zin die in het Nederlands begon en in het Spaans eindigde. Een liminale ruimte, zoals het moment net voor de zon ondergaat: noch dag, noch nacht, maar een schemerige stilte daartussenin. De ambtenaar tikte met zijn pen op het loket "U moet toch in een of andere gemeente ingeschreven staan?" "Dat wel," gaf ik toe. "Maar ik ben niet zeker of dat betekent dat ik er woon" Hij zuchtte "Uw identiteitskaart, alstublieft" Met een lichte aarzeling haalde ik het plastieken bewijsstuk tevoorschijn, een document dat mij officieel aan een land verbond, alsof ik een boom was met wortels die vast in de kille bureaucratische grond verankerd lagen. Maar mijn wortels waren van een ander soort: luchtwortels, zwevend tussen staten, zoals een klimplant die weigert zich te beperken tot één muur. Hij bekeek mijn gegevens en fronste "U heeft twee nationaliteiten?" "Correct" Hij bladerde door het systeem, op zoek naar zekerheid, alsof mijn dubbele identiteit een fout in de matrix was. "En waar woont u dan echt?" De ambtenaar keek me afwachtend aan. Ik haalde diep adem. “Dat vraag ik mezelf ook al jaren af,” zei ik, terwijl ik mijn vingers over de rand van het loket liet  glijden. “Misschien woon ik in de brieven die me nog bereiken. Of in de verhalen die ik schrijf; in de taal waarin ik het best kan dromen.” Zijn blik bleef neutraal, maar hij tikte ongeduldig met zijn pen. Of woon ik in de gezichten van mensen die me herkennen zonder dat ik mezelf hoef uit te leggen? "Op papier woon ik hier," antwoordde ik uiteindelijk. "Maar in werkelijkheid woon ik nergens en overal." De ambtenaar knikte alsof hij dit vaker hoorde, alsof bureaucratische limbo een officieel erkende staat was. Hij printte een blad uit, stempelde het met de ernst van een rechter die een vonnis velt en schoof het naar me toe. "Hier is uw bewijs van woonst" Ik nam het aan. Een wit vel, enkele letters, een zegel dat autoriteit ademt; een document dat mij officieel aan een plaats verbindt. Zwart op wit, een bewijs van bestaan. Maar terwijl ik het papier tussen mijn vingers draaide, wist ik: ik zal altijd tussen de schaduw blijven schuilen.Mephis (aka) Evelyn Mérida

Mephis
66 3

Gepubliceerd op

2 apr 2025