Tip van de week

08/12: 'Woestijnvrouw' van Lieve Fimmers

Femke Vindevogel debuteerde in 2019 bij Uitgeverij Van Oorschot met de roman Confituurwijk. Dit eerste boek werd bijzonder goed ontvangen en werd genomineerd voor de Bronzen Uil en de Confituur Boekhandelsprijs. Eerder verschenen van haar gedichten en verhalen in Het Gezeefde Gedicht, Poëziekrant, VERZIN, Oote Oote en Meander.   
Onlangs verscheen haar tweede roman 'Baksteen', over opgroeien met een verslaafde ouder, maar ook over de lichte kanten van een harde jeugd. Een fijngevoelig en humoristisch geschreven portret. Daarover vertelt Femke Vindevogel ook meer in het volgende nummer van het magazine VERZIN dat binnenkort van de persen rolt. Interesse? Abonneer je en krijg vier keer per jaar een verse dosis schrijfadvies in je brievenbus. 


Femke Vindevogel
tipt deze week 'Woestijnvrouw' van Lieve Fimmers

"Dit gedicht springt eruit omdat het ruimte laat voor interpretatie. Fimmers beheerst de kunst van het schrappen. Haar strakke stijl maakt suggestie mogelijk. Ze vermijdt grootse abstracte woorden als Liefde, Tranen, Leed… Daardoor heeft dit gedicht kwaliteit en potentie. Dit is niet enkel een tekst over een woestijn. Achter de regels schuilt een groot verdriet, de laatste positieve gedachten van het hoofdpersonage vliegen met de flamingo’s mee.

Door het weglaten van interpunctie en hoofdletters en het spelen met enjabementen zou het gedicht echter nog aan gelaagdheid en betekenis kunnen winnen. Neem nu bijvoorbeeld de eerste zinnen: door het weglaten van om en interpunctie en hoofdletters, krijgen we heel ander verhaal.

ze hakte de laatste boom
bleef onbeschut achter

Nu staat er de laatste boom bleef en de laatste boom bleef onbeschut en de laatste boom bleef onbeschut achter én ze bleef onbeschut achter. Bovendien krijg je nu een interessant enjabement en binnenrijm (boom, demonen)

Hetzelfde gebeurt als je het woordje op weglaat in de zin de meren droogden op. Zo drogen de meren ook het water, wat een interessante gedachte is.

Er staat maar één adjectief in de tekst, en ook dat mag geschrapt worden. De lezer weet immers dat flamingo’s roze zijn, het is niet nodig dit nog extra te benoemen. Je hoeft niet alles meteen te begrijpen, dat is juist het geweldige aan poëzie.

Mits nog wat schaven,  zou dit nu al fijne gedicht nog wat meer tot bloei kunnen komen."