10/06: 'Nachtwake' van Gabriel Rooms
Annemarie Estor is dichter, cultuurwetenschapper en tekstredacteur. Zij schreef onder andere 'De oksels van de bok', een nachtmerrieachtig epos dat met de Herman de Coninckprijs voor de beste dichtbundel 2013 werd bekroond, en het crime-poem 'Niemandslandnacht', waarvoor zij de Jan Campertprijs 2018 ontving. Vers van de pers is (en reeds getipt in De Morgen): 'De bruidsvlucht'. Met een online expo op www.paukeslag.org.
Annemarie Estor tipt deze week: ‘Nachtwake’ van Gabriel Rooms.
“Maar al te vaak is de herinnering een valkuil voor beginnend schrijvers. Maar al te vaak laten zij hun teksten dan ook beginnen met ‘Ik herinnerde me…’. Gabriel Rooms benadert de herinnering echter compleet anders. Door ‘in medias res’ te starten met een dialoog, en door ons meteen van de kleur en de smaak van het dialect te laten proeven, worden onmiddellijk onze zintuigen wakker gemaakt. Er wordt gerookt, er wordt Westmalle gedronken, onze zintuigen staan nu wijdopen!
Bovendien loopt Fré’s vader niet, maar sloft hij, en bestaat de duisternis uit slierten die de nacht in slingeren… Hoor je de klank van de s gevolgd door de l? We sluipen als het ware met de verteller mee, met zijn camera mee, een kelder in. We zijn volkomen alert. En dan volgt de belofte, in de vorm van ‘zouden’. Deze herinnering omvat niet alleen een verleden, maar ook een toekomst. De tijdcapsule waarin we terechtgekomen zijn is rond. Even verderop verricht de auteur zelfs nog meer wonderen met zijn hulpwerkwoorden: hij komt op de proppen met ‘hadden maar’, en dat duidt op een tragedie. Want ‘hadden maar’ verwijst naar gemiste kansen. Naar mislukking. En dat zorgt ervoor dat wij als lezers optimaal begaan zijn met de personages. Zo slaagt de auteur erin om ons te doen hunkeren naar meer.
Het korte fragment barst daardoor bijna uit zijn begrenzing. Het wil groeien. Nee, ik kan niet wachten tot ik het vervolg mag lezen. En we mogen dan wel in tijden van ontsmetting leven, die buurman daar onderin het fragment vermengt alle sappen met elkaar, en doet mij opnieuw beseffen (ruiken?) dat ik daar niet zonder kan. Het leven is besmetting. In de literatuur kunnen we ons gelukkig veilig laten besmetten. Hoewel…. veilig….? Een veilige, ingeblikte herinnering heeft Gabriel Rooms hier niet opgeroepen. Hij creëert een besmettelijke herinnering, een die aan me trekt, een die schopt, een die verder wil groeien, een die aan mijn mouw trekt als een pasgeboren kalf."