Tip van de week

17/09: 'Vlinder' van Margaretha Juta

Geert De Kockere schrijft al 35 jaar poëzie, eerst vooral voor kinderen, later ook voor
jongeren en volwassenen. Hij houdt van weinig woorden, maar er zijn weinig woorden waar hij niet van houdt. Om zijn poëzie uit te geven in de vorm die hij zelf het mooist vindt, richtte hij zijn eigen uitgeverij op: Pigmalion. Geert won met zijn bundels al diverse nationale en internationale prijzen. Zijn meest recente passie is de haiku, de kleine zelfstandige van de poëzie. Hij richtte in Turnhout het Huis van de Haiku op, zowel een echt huis als een productiehuis voor alles wat met haiku te maken heeft: workshops, voordrachten, expo’s, performances, een tijdschrift, handgemaakte uitgaves, een haikuschool, een haikufestival, enz.

Geert De Kockere tipt deze week 'Vlinder' van Margaretha Juta.  

Ik heb het voor de haiku, dat korte van oorsprong Japanse gedicht dat in zo weinig woorden zoveel kan zeggen. Dat schijnbare bagatelletje dat vaak een hele wereld opent, waarin je dan zelf als lezer nog met de dichter mag meespelen. Ik las enkele mooie haiku’s van Margaretha Juta die precies zijn zoals een goede haiku op zijn mooist is: een brilletje om anders te kijken naar wat je al lang kent, maar nog nooit op die manier bekeek.

Margaretha beheerst de kunst om iets heel eenvoudigs zo fijn te tonen dat het je opnieuw verwondert en je er een heel verhaal in kunt lezen. Zoals deze haiku bijvoorbeeld:

een tuinvlinder
op de bezemsteel
vindt rust

Margaretha beschrijft in de meest eenvoudige taal een doodgewoon tafereel en maakt het precies daardoor weer bijzonder. Het tafereel zelf is al mooi om te zien: een vlinder die op de top van een bezemsteel zit, die stil in de zon tegen de muur staat. Het werk is gedaan en een kleurrijke vlinder geniet nu op de steel van de zon, vouwt af en toe zijn vleugels even open en dicht. Alsof hij zegt: alles is nu klaar en is goed zoals het is. Tegelijk hoor je de stilte en ervaar je de grote rust die van het tafereel uitgaat. En lees je dieper, dan plooit er gelijk met de vlinder een heel verhaal open: de bezemsteel staat symbool voor bedrijvigheid, werken, opruimen; de vlinder voor rust, genieten, het fragiele, misschien zelfs voor kunst. En pas als de bezem stilstaat, is er rust mogelijk. Pas als de bezem aan de kant is gezet en de rommel is opgeruimd, komt er plaats en tijd vrij voor het genieten, voor kunst.

In de haiku zitten ook diverse tegenstellingen die wéér nieuwe verhalen openen: de ruwe bezemsteel versus de fragiele vlinder; het werken versus het rusten; de bloeiende tuin versus het vegen van afgevallen bladeren. En ook nog: door op de bezemsteel te gaan zitten, ‘vraagt’ de vlinder om rust. Want wie zou een bezem willen nemen waarop zo mooi een vlinder zit?

Nog een paar andere van haar heel mooie haiku’s met boeiende diepere lezingen. Lees maar, dring maar door in de mooie wereld van Margaretha Juta!

ach belkrekel;
nu ben ik kregelig na
een gebroken nacht


opgelapte wijk —
in de bomen hangen nu
vogelhuisjes


één stap nog en
ik zou hem kunnen plukken;
bloem bij het ravijn