Tip van de week

19/04: 'oke' door Sarah Skoric

Greta Vandeborne werkte jarenlang voor de Hogeschool Gent en werd later secretaris-generaal bij een internationale organisatie van hogescholen en universiteiten. Ze is ervaringsdeskundige in mantelzorg, palliatieve zorg en rouwverwerking. In 2019 schreef ze het non-fictieboek 'Negen jaar met ALS', over de jaren waarin ze voor haar haar zieke man zorgde. Dit jaar verscheen bij Uitgeverij Vrijdag 'In mijn hart woont een meeuw' (autofictie), een bundel met rouwverhalen. Greta Vandeborne geeft al enkele jaren lezingen en gastlessen.

 

Greta Vandenborne tipt deze week oke door Sarah Skoric.

"‘Twee bankjes, één dijk en ik denk aan weggaan.’

Het beeld dat die eerste zin oproept, zet direct aan om verder te lezen. Waar wil de auteur naartoe?

In de volgende twee zinnen wordt de komma doelbewust achterwege gelaten, wat een geladenheid met zich meebrengt. ‘Een meeuw die net niet de oever raakt maar ook niet verdrinkt’ geeft de toon aan. Persoonlijk zou ik het woordje oké in de eerste alinea nog niet gebruiken, om de spanning vast te houden. ‘… en ik denk: daar ga ik dan’ spreekt voor zich.

Ook in de tweede alinea geen interpunctie, behoudens het punt. Het veelvuldige gebruik van a- en e-klanken en de keuze van werkwoorden zoals struikelt, kraakt, breekt, zetten de lezer op het verkeerde pad: zal de meeuw toch verdrinken? Het ontbreken van een punt na:’… en ik denk aan weggaan’ laat verschillende opties open. (Ik zou het woordje ook schrappen in .. ‘maar struikelt ook’).

Tot op het einde wordt de nieuwgierigheid geprikkeld: ‘het is eb en vloed tegelijk’. Geen interpunctie, de zinnen worden niet beëindigd, het woordje oké is tenslotte veelzeggend.

Dit zeer korte verhaal heeft me geraakt. Niet omdat ikzelf een speciale binding heb met de zee en de meeuw! Wel door de gelaagdheid in woord en beeld, nog eens versterkt door de poëtische stijl: een mengeling van tristesse en hoop.

 

Noot: in de Woordenlijst is het woord oke in de pseudo-Franse spelling oké opgenomen. "

 

copy foto:Philip Vanoutryve