Tip van de week

26/11: 'Over de schreef' van Robert de Roek

Jan Loogman (1951) is schrijver en schrijfdocent. Hij publiceerde gedichten in De Brakke Hond, Deus ex Machina en andere bladen. In 2010 verscheen bij De Witte Uitgeverij zijn bundel ‘Een woord valt uit het nest’. In de laatste jaren publiceerde hij onder meer de biografische roman ‘De verrader van Sloten’ (Mekkelholt Boeken BV). Sinds februari 2019 is hij columnist van Meander – e-magazine voor poëzie.

 

Jan Loogman tipt deze week 'Over de schreef' van Robert de Roek.

In 'Over de schreef' toont Robert de Roek de lezer een plaatje: in de vroege ochtend loopt het ik-personage over een besneeuwd kerkhof. Het gedicht besluit met een keuze om de vrijwel ongerepte sneeuw te respecteren, ‘de grens van zuiver wit’ niet te overschrijden, niet over de schreef te gaan.

Wat dit precies kan betekenen, laat de dichter fijn in het midden. De onbeantwoorde vraag die dit gedicht stelt, kan dringender worden, als de dichter nog zorgvuldiger zou zijn. Want bij nader inzien is zijn beeld minder precies dan het aanvankelijk leek. ‘Het was nog donker toen ik naar de tramhalte toog’ luidt het begin, maar verderop blijkt dat er sneeuw is gevallen en zelfs zo dat het wit het ik-personage danig imponeert. Aan het slot van het gedicht terugblikkend stel ik vast dat het wel vroeg was toen het ik-personage op pad ging, maar donker kan het vanwege dat stralende wit niet geweest zijn. De tegenstrijdigheid in het beeld doet af aan de kracht van het gedicht. Desondanks zie ik het beeld voor mij en ik vermoed dan ook dat nog meer precisie binnen het bereik van Robert de Roek ligt. Daarom noem ik nog enkele kritiekpunten: ‘De eerste sneeuw was in de herfst gevallen’ is een zin waarin ‘in de herfst’ door de formulering geen tijdsbepaling lijkt, maar een plaatsbepaling à la ‘mijn lepel was in de soep gevallen.’ Dat kan niet de bedoeling zijn. En wat doet de in het begin genoemde tramhalte in het gedicht? Nu ik deze opmerkingen heb opgetikt, schiet me de vaste regel van nogal wat schrijfdocenten te binnen: schrap het begin! Wat mij betreft mag dit gedicht beginnen met ‘Mijn schoenen knerpten…’