Een kat voorbij Carthago

27 sep. 2014 · 14 keer gelezen · 1 keer geliket

 

Vaarwel gij aard, gij oude korst, kabouterbaard. Geschoren wordt de tijd. Geen aftershave, geen gelatine, beendersap, noch zure snoep voor die herrezen kinderkop die dringend beter zoenen leren moet. Hier vlakbij is een oefendiscotheek, een honingpot en ook Nicole, godin van superlijm. Ik zwaai naar haar. Nu niet, geen tijd, mijn schat.


Een narcisruiker. Straks misschien. Een dreamliner, dat wil hij ook. Catharsis op zijn boterham, de bliksems tellen onderweg om dan, als hij daar aangekomen is, nog ver voorbij Carthago, ergens bij de Arabieren, voederbakken voor de witte paarden vol te huilen met de vuiligheid van zeven levens.


Stroomopwaarts gaat te voet, zoals zijn bloed ook doorgaans kruipt. Veel koffie heeft men niet daarginds. Geen weemoedfilters, jammer, weggegooid. Een boomhut is er wel, een kat, geklauter en de kleuren van het fruit. Men spreekt er nooit, het zielsverband zit in een doos. EHBO dat niet, de klauwen van de tijger mag hij wel, verdraagt ze stukken beter dan het bergop rollen van wereldbollen die gelaten barsten. Hij echter niet.

 

 

 

uit de reeks  'Majnun, het gebrabbel van een gek' 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

27 sep. 2014 · 14 keer gelezen · 1 keer geliket