De Zieke Man

18 jan. 2018 · 30 keer gelezen · 0 keer geliket

Ze legde een dekentje over me, en nog één. En nog één. Ze bracht me kippensoep, kuste haar hand en legde die op mijn wang.
Ik zei: 'Maar ik ben vegetariër.'...
Ze antwoordde engelachtig: 'Maar je bent in de eerste plaats ziek. Genees maar snel.'
Ik slurpte van de kippensoep. Mijn darmen protesteerden hevig, gingen een MMA-gevecht aan met elkaar. Ik vreesde het ergste, maar mijn boxershort bleef voorlopig remspoorloos.
Ik zei: 'Ik heb angst.'
Ze kwam naast me zitten, wreef over mijn voorhoofd: 'Hoezo, angst?'
'Het toilet... Zo gulzig... Met zijn opengesperde muil... Het wacht op mijn darminhoud.... Zo stil en rustig... En toch zo gulzig... Ik wil niet.... Ik wil niet!....'
'Je begint te ijlen', zei ze. 'Probeer wat te slapen.'
Maar ik kon niet slapen, enkel rusteloos draaien en keren in een zetel van ongemak. Ik schopte het deken van me af, legde het weer over me. Warm en koud blies over mijn lichaam. Ik dacht ergens God te zien aan het einde van de tunnel.
Ze kwam terug naast me zitten: 'De dokter zal er zo dadelijk zijn.' Haar bambi-ogen weerspiegelden een harmonieuze kosmos waarvan zij de enige ster was. Ik kneep in haar hand: 'Blijf nog even bij me, ik...'
Maar nog voor ik mijn zin kon afmaken, spurtte ik naar het toilet; naar een opgesperde muil van keramieke gulzigheid. De snelheid waarmee mijn darmen hun drassige inhoud in de pot spuwden was ongezien. Ik schreeuwde en kreunde en liet mijn tranen de vrije loop. Ik mompelde: 'Ik kan niet meer... Ik kan niet meer...'
Tot er op de WC-deur werd geklopt. Zij: 'De dokter is er. Kom je?'
Als een gebroken Caesar strompelde ik de woonkamer binnen, legde me opnieuw in de zetel. Ik legde mijn hand op mijn voorhoofd, sloot mijn ogen en zei zacht: 'Ach... Ach...'
De dokter op vrolijke toon: 'We zullen eens zien wat er scheelt. Kun je je kamerjas openen? We zullen eens luisteren.'
Nadat hij me onderzocht had: 'Een klein buikgriepje. Niets aan de hand. Enkele dagen rust en je bent er zo weer bovenop.'
Ik kneep in zijn beide handen; handen die stinkende wonden hadden verschoond; handen die zich troostend op een schouder hadden gelegd; handen die wijsheid bezaten.
Ik herhaalde: 'Ach... Ach...'
De dokter: 'Dat is dan dertig euro, alsjeblieft.'
Zij betaalde, liet de dokter uit. Wanneer ze terugkwam, staarde ik naar het plafond: 'Zal het ooit goed met me komen?' Het was alsof mijn darmen hun antwoord al klaar hadden.
Zij: 'De dokter zei dat het slechts een buikgriepje is. Hou je nu kalm. Wacht.'
Ze kwam naast me liggen, onder het deken. Ik zei: 'Maar nu zal jij ook ziek worden...'
'Ik wordt nooit ziek.'
Ze omhelsde me, legde haar hoofd op mijn borst en viel in slaap.

 

Ik wou dat ik eeuwig ziek was.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

18 jan. 2018 · 30 keer gelezen · 0 keer geliket