Lezen

De lama van Engeland

Met mededogen moet ik jullie meedelen dat ook de koningin van Engeland geraakt is. Een schot in de roos. Een schot in hun hart. Nooit worden er nog pantoffels gedragen in het paleis. Ronde hakschoenen staan aan de rand van hun bed. De tweeling. En nog maar zeven jaar oud. Landverraad is wanneer men mijn hoofd afhakt. Ik kan ze niet helpen. Ik kan Hare Majesteit niet helpen. Ik mag niet helpen. Dus ik leg de hakschoenen ochtend na ochtend naast hun bed. En ochtend na ochtend verkleed ik de lama’s. Toen de koning gestorven was, kon Hare Majestueuze Mathilda dit niet verdragen. En het paleis is leeg geweest voor maanden. Zij was Hare Mathilde gaan bezoeken in Frankrijk. Hare zuster. Mathilde heeft het haar altijd gewild; zij was het oudere overgebleven vlees. Het vlees dat ze lama’s voeden. Mathilde en Mathilda. De ‘a’ komt nu eenmaal eerder in het alfabet voor. Maar nu Hare Koning de grond ingeduwd is, kon Mathilde het haar niet meer willen. Dus werd Ze uitgenodigd en ontvangen. Frankrijk, niet het land van de olijfbomen. Niet het land van de appelsienen of de laurieren. Maar dat kon men niet zien in de grote tuin van Mathilde. Die haar dagen doorbracht rondwandelend in haar moestuin en haar serre. Haar bedienden commanderend. ‘U zult dit plantje afstoffen. ‘U zult de olijfboom planten’. Mathilde draagt zijden handschoenen. Mathilde kan dus niet zelf in haar tuin werken. De plafonds zijn hoog en de zon schijnt door het glas door de bladen de serres groen. Mathilde is geen koningin en heeft Mathilda er altijd om gewild. Maar hare Koning is gestorven. Dus zal ze Mathilda ontvangen en een laurierboom in Zijne naam planten. ‘Wat een imposante laurierboom’, zal haar zuster zeggen als ze aankomt. ‘Wat een fanatieke lama’s’, zal haar zuster zeggen als ze de lama’s rondom de boom ziet grazen. De lama’s en de boom staan in de serre. De serre heeft een hoog plafond en aangezien de planten niet allemaal opake bladeren hebben, zorgt de zon dat er overal groen licht schiet. En dat is prachtig. En dat vindt Mathilda natuurlijk ook. We zullen er geen doeken om winden. De koning was een lelijke man. Met schaapachtige rossen krullen die doorgleden langs Zijne bakkebaarden tot aan Zijne kin. Zijne lip was naar boven geplakt. Door een fout gespijkerde nagel in zijn kindertijd? Mathilde wist op wat hij leek. En zij liet het grazen naast Zijne imposante nagedachtenis. ‘Wat een fanatieke lama’s’, dat is wat Mathilda zegt. En dat is het enige wat ze nog zal herhalen gedurende haar verblijf. Na de eerste week kon men Hare Majesteit niet meer van de laurierboom wegkrijgen. Na de tweede week vroeg Hare Majesteit een kom water voor op haar kamer. Na de derde week vroeg de tweeling achter hun moeder. Na de vierde week vertelde ik dat Ze bijna terugkomen zou. Na de vijfde week werden er hopen hooi aan het lege paleis afgeleverd. De zesde week. De koningin van Engeland keert weder. Ze verschiet wanneer ze haar dochters ziet. Is de Majestueuze haar kinderen vergeten? ‘Wie heeft zulke kruipers binnengelaten in ons paleis?’, gilt ze mijn oor streng toe. “Kruipers”. ‘Uw dochters zijn zeven geworden deze week, Uwe Majesteit’. Haar blik verstart: ‘Kunt u me uitleggen hoe een lama voor mensendochters zou zorgen?’. Week zeven. Ook Hare Majesteit is geraakt. Want ik moet schuilen in het paleis waar ik opgegroeid ben. Ik moet schuilen en neem Hare dochters onder mijn vleugels. Dan doen we opgezette dieren na. Dan vluchten we de hallen door. Die niet stil het geluid van onze snellende hoeven verspreiden. Acht. Geeft u mij acht weken om terug te draaien en ik vertel het u. Want de lama’s verspreiden zich in de tuin. En hoe de krullen in de Hare’s haren exponentieel toenemen. En als de mensendochters ontwaken en hooi toegeschoven krijgen, ben ik degene die vluchten moet. Die hun aankleden en vliegen moet. Maar zelfs in de keuken is er niets anders dan hooi meer te verkrijgen. 9. Ze willen mijn hoofd. Ik zie er te mens uit. ‘BENT u LAMA OF NIET!?’, huilt de koningin uit. ‘ZIJN HET LAMA’S OF NIET?!’. Ze wijst haar dochters toe. ‘Het zijn geen lama’s, Uwe Majesteit’. ‘U bent geen lama, Uwe Majesteit’. Ze willen mijn hoofd. Ik spreek te mens.

Tess12
8 0

De toekomst voorspellen

"Kan u me zeggen wat een brik is?", vraag ik aan de uitbater van de Antwerpse koffiezaak, terwijl ik naar het bord wijs. "Het is ibrik", antwoordt hij. Ik heb de i niet gezien. Die zit min of meer vast aan het beentje van de b.  “Het is Turkse koffie", zegt hij. Ik begrijp dat het nogal straffe koffie is. Hij legt uit dat het in zijn thuisland een hele koffieprocedure is, maar dat ze het proces hier versnellen. “Voor mij dan een ibrik graag”, zeg ik. “En een groene thee.” We zetten ons buiten. Hij brengt ons de drankjes en hij serveert er twee glazen water bij. Iets later ziet hij me in de koffie roeren. “Dat mag je niet doen”, zegt hij. “De koffiedrab moet naar beneden zakken. Als je de koffie op hebt, moet je de tas omdraaien op het schoteltje. In de resterende koffiedrab kan je je toekomst lezen.” “Ik vind het maar niks”, zeg ik. “Allemaal goed en wel in Turkije, daar is het de normaalste zaak van de wereld. Maar ik zie me hier de koffieresten niet op dat schoteltje kappen. Laat staan dat ik er iets in kan zien.” “Misschien zegt dat wel iets over jou, dat je het niet doet”, knipoogt mijn vrouw. Ietwat in de war van die laatste boodschap, ga ik binnen afrekenen. “Heb je je toekomst gezien?” vraagt de man achter de bar. “Ik denk het niet”, zeg ik. “Pas op, het is niet gemakkelijk. Je moet er lang voor gestudeerd hebben”, zegt hij met een vreemde lach op zijn gezicht. “Maar als het niet werkt, heb ik achteraan nog een glazen bol staan”, lacht hij nu duidelijk. “We komen hier nog ooit terug voor een ibrik”, zeg ik bij het buitenkomen. “Dat is meer dan genoeg qua toekomst.”

Rudi Lavreysen
14 0

Take-away vis

Het is een Antwerpse visbar waar je de gekochte vis al wandelend kan oppeuzelen. Take-away vis dus. Je krijgt de vis geserveerd in een bakje dat je meeneemt, maar je kan het ookter plaatse eten op de oude visbakken die er staan. Op zich is dat de veiligste oplossing, want tegelijk stappen en eten is geen sinecure. Zekerniet met vis die in de olijfolie zwemt. Ik kan er moeilijk passeren zonder iets te bestellen. ‘Streetfood’ is vaak onweerstaanbaar. Inhet Nederlands zou je ‘straatvoedsel’ kunnen zeggen, maar dat smaakt niet hetzelfde als jehet zo zegt.  Het is er altijd kiezen. Zo zijn de mosselen er voortreffelijk, maar met dat kastrolletje kan jemoeilijk rondstappen. Dat kan je wel met de smakelijke kibbelingen of garnaalkroketten. Ikbestel er graag sardines. Je krijgt er altijd een knapperig stukje stokbrood bij. Terwijl ik op mijn sardines wachtte, sprak een Duitse man me aan. Of ik de Vlaaikesgangwist liggen. Omdat mijn sardines bijna klaar waren, kon ik niet meegaan naar het vlakbijgelegen steegje. Ik wees hem de weg. Willem Elsschot ging er ook graag wandelen, zoherinnerde ik me plots. Al was het toen nog geen trekpleister. Ik stapte met mijn heerlijk geurende sardines richting stadhuis. Ik weet niet hoeveel sardineser nog in het bakje lagen, maar de voorraad was aardig geslonken. Net toen ik een stukjestokbrood wilde soppen, kwam er vanuit de Schelde een enorme windvlaag opzetten. Hetbakje met de resterende sardines vloog de lucht in. Ik meende ze nog te grijpen, maar de viswas al gaan vliegen. Beschouw het maar als een waarschuwing. Wat goed is, moet je altijd goed vasthouden. Datis trouwens met alles zo in het leven.  Want voor je het weet is het geen take-away vis, maar fly-away vis.

Rudi Lavreysen
13 0

Zjeroen

Als we om iets na zes uur samen naar de tv keken, zei ze wel eens dat ik op de tv-kok leek, als ze hem bezig zag. Die uit Leuven. "Misschien moet je voortaan toch een bril opzetten om naar tv te kijken", lachte ik dan.  Wat wel is: het pottenroeren heb ik van haar geleerd. Met nieuwjaar of met de kermis stond er zo veel op het vuur te pruttelen dat het wel een symfonie leek. Elke pot, pan en kastrol had een andere geur en geluid. Stoofvlees klinkt anders dan bloemkool. Pruttelende kroketten, dat is muziek. Met al die potten tegelijk in volle gang, moesten we soms een handje helpen met roeren. Voor het overige was het stelen met mijn ogen. Gewone middag, dagelijkse kost. ‘Middag’, thuis is het nog altijd een begrip. Niet het tijdstip, maar wel het eten. Zo kan je ook 's avonds perfect 'middag' eten. Zeker ben ik natuurlijk niet, maar het lijkt me in een andere taal ongebruikelijk. Zoals de meest gestelde vraag van de mannen ’s morgens als ze naar school vertrokken. Stel je dat voor in het Engels. "What are we eating tonight?" "Noon".  In het woonzorgcentrum stapten we soms naar het grote bord op het gelijkvloers, waarop het  weekmenu stond. Als er op vrijdag vis op tafel kwam, verzon ik iets anders. “Vrijdag zijn het blinde vinken.” Want op vis was ze niet zozeer gesteld. Maar als het op tafel kwam at ze het wel op. Ik wilde niet dat ze de hele dag op die vis van vrijdag ging zitten peinzen. Op tv had de kok zijn schotel klaar. Ik moest al lachen, want ik wist wat ze ging zeggen. “Smakelijk”, zei hij aan zijn fornuis in Leuven. “Ha. Smakelijk zegt hij. Maar we kunnen niet proeven hè Zjeroen.”

Rudi Lavreysen
6 1
Tip

De bierkaartjes

"Goedemiddag. Wat mag het voor jullie zijn?" Het koppel, ik schat jonge zestigers, zit amper en de ober staat al aan hun tafel. Alsof het een wedstrijd is met de andere ober, die iets verder staat. Hij heeft een verwilderde haarbos en draagt een T-shirt van een rockband van voor zijn tijd."Een koffie, een pintje en een spie", zegt de man. "Een koffie, een pintje en een ....", herhaalt de ober en hij kijkt afwachtend naar de man, in de hoop dat hij het derde item nu wel begrijpt. "Een spie", zegt de man. "Ja, dat kennen jullie niet meer." De ober kijkt naar zijn collega. Help, lijkt hij te denken. Een spie? Is dat iets om te eten"Dat is een stukje hout, om onder de tafelpoot te steken. Ze staat wiebelachtig", zegt de man, waarna hij met de tafel schudt. "Oh, wij gebruiken gewoon bierkaartjes", zegt de ober. Hij is zichtbaar blij met zijn oplossing. Hij vist er meteen enkele uit zijn achterzak, plooit ze dubbel en steekt ze onder een tafelpoot. "Een spie, dat kent de jeugd niet meer", zegt de man terwijl hij gepast geld zoekt voor de drankjes.  Iets later, aan een andere tafel, staat een jongeman recht. Op de parking voor de zaak stopt een auto en daar komt langzaam een oudere dame uitgestapt. Ze kijkt naar de bakker aan de overzijde. De jongeman staat al naast haar. "Dag Rozette", zegt hij. Hij neemt haar bij de arm en voetje voor voetje stappen ze naar de bakker. Daarna gaat de jongeman terug bij zijn vriendin zitten. Enkele minuten later herhaalt het tafereel zich in omgekeerde richting.  Het andere koppel is ondertussen vertrokken. Het stapeltje met bierkaartjes ligt verweesd naast de tafelpoot op de grond. Op de tafel ligt nog wat kleingeld. Even verweesd.

Rudi Lavreysen
72 1