Het is een Antwerpse visbar waar je de gekochte vis al wandelend kan oppeuzelen. Take-
away vis dus. Je krijgt de vis geserveerd in een bakje dat je meeneemt, maar je kan het ook
ter plaatse eten op de oude visbakken die er staan.
Op zich is dat de veiligste oplossing, want tegelijk stappen en eten is geen sinecure. Zeker
niet met vis die in de olijfolie zwemt.
Ik kan er moeilijk passeren zonder iets te bestellen. ‘Streetfood’ is vaak onweerstaanbaar. In
het Nederlands zou je ‘straatvoedsel’ kunnen zeggen, maar dat smaakt niet hetzelfde als je
het zo zegt.
Het is er altijd kiezen. Zo zijn de mosselen er voortreffelijk, maar met dat kastrolletje kan je
moeilijk rondstappen. Dat kan je wel met de smakelijke kibbelingen of garnaalkroketten. Ik
bestel er graag sardines. Je krijgt er altijd een knapperig stukje stokbrood bij.
Terwijl ik op mijn sardines wachtte, sprak een Duitse man me aan. Of ik de Vlaaikesgang
wist liggen. Omdat mijn sardines bijna klaar waren, kon ik niet meegaan naar het vlakbij
gelegen steegje. Ik wees hem de weg. Willem Elsschot ging er ook graag wandelen, zo
herinnerde ik me plots. Al was het toen nog geen trekpleister.
Ik stapte met mijn heerlijk geurende sardines richting stadhuis. Ik weet niet hoeveel sardines
er nog in het bakje lagen, maar de voorraad was aardig geslonken. Net toen ik een stukje
stokbrood wilde soppen, kwam er vanuit de Schelde een enorme windvlaag opzetten. Het
bakje met de resterende sardines vloog de lucht in. Ik meende ze nog te grijpen, maar de vis
was al gaan vliegen.
Beschouw het maar als een waarschuwing. Wat goed is, moet je altijd goed vasthouden. Dat
is trouwens met alles zo in het leven.
Want voor je het weet is het geen take-away vis, maar fly-away vis.
