Op snikhete dagen zoals vandaag, als het te warm is om ook maar iets te doen, te warm om buiten te vertoeven, lijkt het wel of het ganse dagritme wordt verstoord. Niet enkel het menselijke leven, maar dat van de ganse natuur verloopt helemaal anders.
Als het geluid van aan en af rijdend verkeer wegsterft in de verte en de zon wat lager aan de hemel staat, de wind weer zachtjes door de bomen ruist en de friste van de avond verkoeling brengt, dan pas komt het leven weer op gang. De volgens fluiten hun vrolijke lied terwijl het geluid van krakende trampolineveren en het gejoel van spelende kinderen aanzwelt.
De gesprekken in de tuinen vallen stil als het geluid van tikkende messen en vorken hoorbaar wordt. Het dessert kondigt zich aan met de luide bel van de ijskar en kinderen die hun ouders daar attent op maken.
Pas als het laatste ijsblokje is gesmolten en het gerinkel van glazen daarmee ophoudt, de zon zich te rusten legt, wordt het buiten stil. Door de ramen komt licht naar buiten, iedereen maakt zich klaar voor de nacht. Koel in hun bed, bereiden ze zich voor op de volgende hete dag in een verstoord ritme.

