Lezen

Midlifecrisis

Onlangs heb ik mijn haar geblondeerd. Vorig jaar kocht ik een elektrisch skateboard waarmee je 40 per uur kan rijden. Het jaar dáárvoor, met Kerstmis, vroeg, kreeg en maakte ik een kasteel van Lego. Geen een van ons twee, beste lezer, weet waar dit gaat eindigen. Voor je het beseft begin ik opnieuw Flippo’s te verzamelen als een maniak of, erger nog, wil ik de sirene opzetten in de brandweerwagen op de eerstvolgende Roefeldag. We hebben hier overduidelijk te maken met een midlifecrisis. Volgens mijn beperkt wiskundig vermogen, betekent dat dus dat ik het op deze planeet tot maximum 70 jaar ga uitzingen. En die tijdsdruk pusht me nog harder om zo snel mogelijk al mijn cliché midlifedromen te realiseren: een diepzinnige tattoo in het Chinees laten zetten, 3 kilo coke door m’n neus jagen met Mike Vegas en Like Dimitri op Ibiza, naakt op een leeuw over de Meir rijden en roepen: ‘Weg met Leider Bart, buig voor Koning Hans! Weg met Leider Bart, …’ De dromen die we allemaal wel hebben. Je denkt nu, maar jij bent toch nog helemaal niet zo oud. Da’s sympathiek, lieve lezer, en misschien wel waar, maar vergis je niet, ik draai al een tijdje mee. Ik kom uit de eeuw dat Coco Jr. nog Kid Coco was en een zwarte nog een neger. De tijd dat we geen internet hadden, dan enkel als er niemand telefoneerde internet hadden, en dan zoveel internet hadden, maar we zo’n diep ongelukkige puistenkoppen waren, dat we al dat internet alleen maar gebruikten om melige songteksten in onze MSN-naam te zetten. Twixen heetten Raiders, we aten Koetjesrepen, die eerder smaakten naar koetjesreten, en al onze technologie was dik. Tv’s waren dik, laptops waren dik en gsm’s met merknamen als Ericsson, Alcatel en Sagem waren dik, waardoor mensen ze in een hoesje aan hun broeksriem hingen alsof het hen er níét deed uitzien als truckchauffeurs die in binnenspeeltuinen zitten te masturberen. Elke eighties baby zit zich nu met vochtige ogen af te vragen waar de tijd zo snel naartoe is gegaan. Ik weet het ook niet, lieve lezers. ’t Is toch niet dat we tegenwoordig 2 uur per dag missen door met dubbelgeplooide nek door Instagram te scrollen als een zombie, dat we 20 uur per week Netflix kijken en 10 uur per week Netflix kijken terwijl we met dubbelgeplooide nek door Instagram scrollen? Het zal dus wel liggen aan het feit dat we te hard werken. Op zo’n relatief jonge leeftijd al in deze levensfase zitten, maakt het er niet makkelijker op voor mij. Het typische, 20 jaar jongere minnaresje dat ik zou moeten nemen, zit in mijn geval nog ergens in een klaslokaal hartjes boven haar i’s te tekenen. En uitleggen aan de arm der wet dat het omwille van mijn vroege midlifecrisis is dat ik een puber aan het volcoïteren ben in de kleedkamer van de turnzaal, dat werkt zomaar niet. Niet alleen omdat de gemiddelde flik dommer is dan een turnpantoffel, maar ook omdat het geen goed idee is dat mid-dertigers massaal op mid-tieners beginnen te kruipen, ook al zien die laatsten er tegenwoordig allemaal 21 uit, kleden ze zich hoeriger dan Hot Marijke op Wereldhoerendag en hebben ze van die enorme tieten waar je pikdorser zo van omhoog kleppert dat je het zelf ook niet meer weet. En dan hebben we het nog niet gehad over het geld. Doordat mijn midlifecrisis zo prematuur is, heb ik nog lang niet genoeg kunnen bijeenrapen om een Porsche te kopen. Laat staan dat ik al grijs genoeg ben om in zo’n penisverlenging op wielen te mógen zitten. Nee, zo’n zielig sportautootje van Mazda is het meest haalbare en daar krijg je zelfs een vijftienjarige vandaag de dag niet meer nat mee. Die jeugd van tegenwoordig is voor niks nog goed. Voilà. Daar heb je 't, vrienden. Geen groter bewijs dat je in de tweede helft van je leven gesodemieterd bent, dan klagen over de jeugd van tegenwoordig. Ik denk dat ik dus maar eens snel op m’n elektrisch skateboard kruip, de blonde haren wapperend in de wind, roekeloos over het voetpad scheurend tot een oud koppel me een ‘voorzichtig, snotaap!’ naroept. Daarop zal ik m’n middelvinger opsteken, want dat is wat snotapen doen, maar in mezelf zal ik duizend keer dank u, dank u, dank u zeggen. Want dat laatste woordje, was eigenlijk alles wat ik moest horen.

Hans Verhaegen
10 1

Wolf Food Market in Brussel

Afgelopen zondag ben ik eens gaan kijken. Er was duidelijk een probleem met de verluchting en het ventilatiesysteem. Er hing een nevelachtige witte wolk van alle dampen die de keukens produceren. Na 5 minuten wandelen draag je de geur van bakken en vooral aangebraden keuken in je kleren. Overbevolkt was het daar maar dat is allicht te wijten aan de opening, het effect van het nieuwe, de Kerstmarkt en zondag is toeristjesdag in DisneyBrussel. Ik mis hier zoals dikwijls in onze stad de keuze van lokaal kooktalent, maar misschien heb ik niet goed gekeken. Nu ja, dat heb je in de oude kazernes in Elsene, maar toch… De grote houten tafels zijn een echte afknapper. Van slechte kwaliteit en ik vrees in een half jaar aftands meubilair te vinden waartegen een kringloopwinkel ook neen bedankt voor de moeite zou zeggen. Er stonden zelfs mensen op de tafels, ja hoor, mensen doen dat, om sfeer foto’s te nemen. En de security wandelt gewoon voorbij. Nu ja, sfeer is relatief… Het was er ongezellig druk druk druk als een zaterdagnamiddag in de City 2 van de jaren ’80 van vorige eeuw. En dat is tegen elkaar aanlopen, zuchten, boze blikken werpen en bedenken van er zo snel mogelijk weer weg te zijn. Wat zou beter kunnen? Uiteraard het ventilatiesysteem. Wie wil nu naar gebakken vlees ruiken? Ik heb tal van Food Markets bezocht en dé Food Market bij uitstek zijn de Markets die je in Stockholm vindt. België kijkt veel naar Scandinavië, misschien kan hier ook eens naar gekeken worden. Daar hebben alle keukens hun eigen territorium, hun eigen tafels. Met de gemeenschappelijke tafels die je bij Wolf vindt, is het niet altijd leuk om naast luidruchtige ordinaire mensen te zitten. Vaak ook mensen zonder enige stijl of die geen enkele ‘ik-ben-in-een-restaurant-en-ik-gedraag-me’-houding hebben bij een maaltijd ‘op restaurant’. En dan die kinderen als loslopend krijsend wild zeg…! Het wordt al snel gereduceerd tot, alweer, een tweede City 2. Dat groepsgevoel van samen eten met mensen die je van toeten noch blazen kent en die, gsm in de hand, denken dat ze daar alleen zitten, hmm, dat had ik niet voor ogen voor een prestigieuze Food Market. De setting (de oude ASLK-bank) is leuk, jammer dat de stijlloze 21ste eeuw net hier juist zijn intrede doet. Alles kan beter, misschien moet over alles nog eens nagedacht worden dus wens ik het concept alleen maar veel succes toe. Maar ik betwijfel het. En oh ja, voor ik het vergeet, ruim die tafels eens af! https://wolf.brussels/nl/

Erwin Abbeloos
43 0

Running joke

Op zondag 8 oktober 2017 zou ik in Eindhoven mijn eerste marathon lopen. Tot ik twee weken ervoor geblesseerd raakte en er niks anders op zat dan mezelf hysterisch jankend, mankend, wandelend en daarna opnieuw lopend door een revalidatie van anderhalf jaar te sleuren. We spoelen twee jaar verder. Op zondag 13 oktober 2019 zou ik in Eindhoven mijn eerste marathon lopen. Tot ik twee weken ervoor geblesseerd raakte en … bon, je begrijpt het wel. Het is duidelijk dat ik goed op weg ben om de running joke van mijn omgeving te worden. Verhaegens zijn geen stappers. Wij lopen en we lopen verdomme hard. We gaan geen brood halen, wij lópen een brood halen. We crossen de zolen van onder onze schoenen om de trein niet te missen. En we spurten naar de wc. Want wandelen is tijdverlies en als er iets is wat Verhaegens haten, naast alcoholvrije dranken, dan is het tijdverlies. Voor tijdverlies heb ik gewoonweg geen tijd, zeg ik altijd. Je hebt m’n toestemming om dat op je bedrijfsmuur met inspirerende quotes te hangen. Tot zijn laatste werkdag liep mijn nonkel elke dag van Schriek naar z’n werk in Antwerpen en terug. Over de autostrade, want dat was de kortste weg en het is niet makkelijk om met een gevulde brooddoos, een banaan, een appel, een mandarijntje, een suikerwafel, een Double Lait-reep, een thermos koffie, een boek van Suske en Wiske, een gebruikte onderbroek van mijn tante en een volle gereedschapskist te lopen. Vergeet ook niet dat dat in de tijd was dat het gevaarlijk was op de snelweg omdat je nog niet tussen de stilstaande auto’s kon zigzaggen. Maar niemand van de familie doet het beter dan mijn overgrootvader Kamielius Senior (de Tweede). Die heeft het in 1894 klaargespeeld om in één dag 325 kilometer te lopen, tot in Parijs. Vava Kamiel, zoals wij hem noemden, was geselecteerd voor het WK 100 meter patattenpleklopen dat in de Franse hoofdstad doorging. Maar hij moest er wel eerst geraken en ons enige paard had op die dag de smerigste diarree in de lokale geschiedenis van smerige paardendiarreeën. Dus vond vava Kamiel er niks beters op dan met 6 hardgekookte eieren, een paar extra klompen en een gebruikte onderbroek van m’n overgrootmoeder in een op z’n rug gebonden jutezak naar Parijs te lopen. Ginder bakte hij er natuurlijk niks van omdat hij de volgende dag stijver was dan de steel van een schop. En dat was niet de enige tegenvaller, want toen hij drie dagen later thuiskwam kreeg hij te horen dat z’n paard dood was. Het beest was uit heimwee haar baasje gevolgd, maar had onderweg letterlijk de ingewanden uit haar lijf gescheten. De darmen lagen tot in Zemst. Dat allemaal om te zeggen dat in onze familie een serieuze loopgeschiedenis leeft en dat ik mezelf belachelijk maak als ik niet eens een simpele marathon kan uitlopen. Het is dus op zondag 11 oktober 2020 dat ik in Eindhoven mijn eerste marathon ga lopen. Hinkend, kruipend of meeliftend op de rug van een uit de kluiten gewassen Ruud, Sjoerd of Jaap. Het kan me niet schelen, maar finishen zal ik. En terwijl zal ik hier en daar een druppel op mijn hard werkend loperslijf voelen vallen, en ik zal heel goed beseffen dat dat niks heeft te maken met de Eindhovense herfst, maar dat het vava Kamiel is die in de hemel een traan wegpinkt, beseffende dat drie generaties later de loopnaam van de Verhaegens nog altijd in stand wordt gehouden.

Hans Verhaegen
17 0

Dalilla Hermans heeft een punt, maar...

In een video op haar Instagram deelt Dalilla Hermans haar ervaring met een Facebookgroep waarbij  ze tot voor kort was aangesloten. Die groep is een soort van alert-groep; wanneer iemand een issue had rond diversiteit in de media over beeld-, woord- en taalgebruik, kon je je bedenkingen kwijt en het probleem melden bij de media in kwestie. Althans zo heb ik het begrepen.   Dalilla struikelde over het woord “neger”; sommigen in de groep gaven blijkbaar geen aanstoot aan het woord, anderen vonden het woord ronduit beledigend. Dalilla geeft ons helaas geen dieper inzicht in de argumentatie van de voorstanders. Ze zegt zelf dat ze de groep verlaten heeft omdat het meer ging over wie nu gelijk had dan dat er serieus over het onderwerp gediscussieerd werd. Teveel wasted energy, zou ze zeggen. En terecht. Ik ken Dalilla Hermans niet persoonlijk maar op de manier waarop ze in de video reageert, begrijp ik dat ze deze discussie allicht al duizend keer is aangegaan en dat ze daar nu gewoon geen goesting meer voor heeft. Ik kan haar geen ongelijk geven. Integendeel!   In dergelijke discussiegroepen is het beter weg te blijven. Ik heb zelf mijn idee over social media, ik ben er weinig op te vinden en de enige account die ik heb is Instagram waar veelal foto’s van mijn kat Felix de Tweede te vinden zijn. Social media zoals Facebook en Instagram gebruik je beter voor professionele doeleinden, bijvoorbeeld om je bedrijf of je publicaties bekend te maken. Niet voor “des états d’âme”. Wil je de persoonlijke toer opgaan, ben je er beter bij gebaat als 14-jarige. Maar dit terzijde gelaten. Dalilla heeft een punt. Ik vind het woord “neger” evenzeer totaal ongepast woordgebruik. Maar waarom dan? Want ik vermoed dat de mensen in de groep die geen graten zien in het gebruik van het woord “neger” argumenteren dat “neger” altijd al gebruikt geweest is om mensen met een andere huidskleur te beschrijven en dat dat niets beledigend is.     “Neger” doet denken aan slavernij en kolonisatie. Een beetje research op internet of een betrouwbare encyclopedie leert ons dat de term “neger” gebruikt wordt om een zwarte slaaf aan te duiden. Kan je  anno 2019 het woord “neger” nog gebruiken wanneer we het hebben over onze medemens met een donkere huidskleur? In welke context wel? In welke context niet?   Wat leert ons uiteindelijk een belediging? Hoe gaan we ermee om? Wie spreekt een beledigend woord uit? In welke context? Wat is zijn of haar positie in de maatschappij? Wat is een beledigend woord? En is een belediging voor iedereen hetzelfde of zien we verschillende lagen wanneer een beledigend woord gebruikt wordt door verschillende mensen in verschillende contexten? Wat betekent vandaag het woord “neger” anno 2019?   Het woord “neger” is een belediging. Punt aan de lijn. Het wordt door sommigen vandaag nog gebruikt als een normale en gebruikelijke manier om iemand te beschrijven die een donkere – donkerdere? – huidskleur heeft. Wat mensen met een andere huidskleur veelal niet beseffen is dat door een beledigende taal te gebruiken, deze belediging een leven lang gegraveerd blijft in de persoon die men beledigt. Zo blijft de belediging als gangbaar in een maatschappij gehanteerd en blijft de beledigde in die rol die hem wordt opgelegd. De identiteit van de beledigde persoon is bijgevolg minderwaardig en bespot; op die manier wordt een identiteit door de beledigende partij als een levensconditie     opgelegd : jij bent een neger (of een vuile homo, of een allochtoon of een vrouw…) en door jou zo te benoemen, voldoe jij aan de normen die ik je opleg. Ergo : ik ben zwart van huid (of ik ben een vuile homo, allochtoon, vrouw…) en ik zal me zus of zo in de maatschappij moeten gedragen om aanvaard (of onzichtbaar) te worden.   Anders dan bijvoorbeeld seksuele geaardheid die je nog enigszins kan verbergen, kan je je eigen huidskleur niet verbergen. En dat is maar goed ook.   Een belediging door bepaald woordgebruik (neger, vuile homo, je bent maar een vrouw..) van iemand die niet zwart of niet homo… is, is gewelddadig. Ook onze hele sociale wereld die ons omringt - en nog meer in ons beeldtijdperk – houdt minderheden onderdrukt. Uiteraard krijg je een reactie van die minderheden zelf; je kan moeilijk iemand met een donkere huidskleur verwijten dat hij of zij teveel ophef maakt wanneer je woorden als “neger” blijft gebruiken.   Het gevaar van het banaliseren van scheldend of beledigend woordgebruik, de trumpificatie van de taal en wanneer politiek zoals het Vlaams Belang het heeft over de waarden van de traditionele familie wetende dat deze partij haar bestaan op migratie issues bouwt, bestaat erin een scheldwoord of een belediging als iets acceptabel te doen uitschijnen terwijl de belediging of het scheldwoord beladen is met het ergste van racisme, homofobie enz. en wordt zo, vaak ongemerkt, geprofileerd als normaal en iets gangbaar.   Dit gemaskeerd ostracisme raakt mensen in hun identiteit. Giftig taalgebruik sluipt snel onze maatschappelijke cohesie binnen en verdeelt onze maatschappij. De strakke blauwe pakjes waarin Tom Van Grieken en Dries Van Langehove zich hullen, het afgeborsteld kopje en het misprijzend en arrogant grijnzen, staan symbool voor white supremacy. Ook de uitspraak van Dominiek Sneppe legt een totalitaire agenda bloot waar alleen de blanke (Vlaamse) heteroman bestaansrecht heeft. Daarom kunnen er nooit genoeg Dalilla’s zijn. Maar... Dalilla Hermans moet ook kleur bekennen, nl. dat racisme naar blanke mensen toe ook bestaat en evenzeer kwetsend en stigmatiserend werkt. Dat jammer genoeg extremen misbruik maken van dit zwart racisme. Er kunnen maar niet genoeg Dalilla's zijn om extremen (Vlaams Belang, het geflirt van de N-VA met diezelfde partij, de Alt-Right beweging, de impact van sociale media...) te bestrijden maar dan graag Dalilla's die kritisch kunnen omgaan met racisme, niet aan zelfverheerlijking doen en die niet navelstaren. Dalilla's die van zichzelf afstand kunnen nemen en een wij-verhaal de wereld in kunnen sturen. Dalilla's die weten waarmee zwarte mensen écht mee bezig zijn en niet waarmee Dalilla Hermans dénkt waarmee zwarte mensen bezig zijn. Dalilla's die systemen aanvallen, niet mensen. Columns lezen van Dalilla Hermans is lezen over Dalilla Hermans. Dat is niet lezen over racisme.  

Erwin Abbeloos
164 0

Eerlijk

En dan wordt alles zwart.En nat.Mijn ogenmijn schootmijn mouwende tafelde trui van mijn warme troosterde zakdoekjes bij de hoofdverpleegkundigede tafel.Waar collega’s en familieleden starenEr hangt nog een onwennige gloed van de eerlijke uitbarsting met vuile woordenWant niemand herkent me nuDe meegaande, plooibare identiteit met engelengeduldVandaag toon ik mezelf ruw en prikkelbaarEindelijk Na driehonderdvijfenzestig dagen rode huid, rusteloos lichaam en geprikkelde zenuwen te verbergenachter de lieve glimlach op het knikkende hoofdje.Langzaam heeft het ontembare mij overgenomenHeerst er machtsmisbruikwant moest ik ooit vergeten en een dag me zorgeloos of zelfs gelukkig wanen,maakt het mij wakker, om mijn voorzichtig herstellende huid opnieuw aan flarden te krassen.Met de zorgen hoe ik morgen zonder rode huid de dag doorsputterOf iemand mij gaat bekijken, lelijk vindenmisschien zelfs onuitstaanbaarNEE ik ga de dag vroeger trotseren en mijn huid met een extra laag zalf en make up behandelenDe jeuk krijg ik er gratis erbij, maar kan ik negerenzolang niemand mij met ogen kan beoordelen en neerhalen Dan plots knappen die verduurde zenuwdraden Na dat ik de zoveelste keer mijn energie, mijn ziel overdraag aan de pathetische psychiatrische patiënte die ík net overdroeg van toiletstoel tot bed Nadat ze uitdrukkelijk vraagt wanneer mijn shift eindigt en ik uit haar dag verdwijn, om nadien zelf haar ziel over te dragen en uit mijn dag te verdwijnen Zeven dagen kan je doorwaden, sociale opdrachten overleven, uren aftellenalsof je niet bestaatMaar dan wordt het zwart.En nat.

meneernilsson
0 0