Lezen

Boomerfietstocht.

Op zonnige dagen kan het zomaar zo zijn dat je ze spot: een sliert fluorescerend geel beweegt gestaag voort door het landschap. Het is een keurige rij verkeersveilige hesjes, zittend op elektrische fietsen, voorzien van het volledige assortiment accessoires van de rijwielspeciaalzaak. Er zijn fietstassen, kaarthouders, ergonomische zadels, slipvrije pedalen en verstelbare zijspiegels. De hele checklist van de cursus valpreventie is afgevinkt. Er fietst één iemand voorop die duidelijk wijzend en roepend de route bepaalt. Dat is altijd een witte man. Achter hem aan fietsen een aantal koppels die zich opzichtig aan de verkeersregels houden en daarmee passief agressief een boodschap communiceren aan de andere weggebruikers. De meest assertieve dames uit de groep manen een aantal auto’s tot stilstand door hevig gebarend richting aan te geven. Zij passeren deze dan zeer nadrukkelijk op hun eìgen tempo. Ongeduld van omstanders wordt bestraft met een afkeurende blik. Boomers aan de fietstocht. Na de koffie met appeltaart hebben zij zich vanmorgen allen zo reflecterend mogelijk uitgedost waarbij “praktisch” toch echt superieur bleek aan “stijlvol” en dus heeft de hele stoet dezelfde beige fietshelm van de Decathlon. Die past dan wel weer mooi bij de afritsbroek met zakken aan de zijkant en de sandalen van Ineke. Volledig in tenue bestegen zij met een lichte kriebel in de buik het stalen ros. De een met enthousiasme, de ander omdat hij moet van zijn vrouw. “Kom op Herman, bewegen is van levensbelang op onze leeftijd”. Waarop Herman schoorvoetend zijn gele hesje over zijn windjack aantrekt en zich overgeeft aan de sportiviteit van deze ochtend. De lichte kriebel in de buik ontwikkelt zich gaandeweg tot een constante staat van paniek omdat de elektrische fiets eigenlijk harder gaat dan de Boomer beheersen kan. Daarmee verkeert deze in een continue staat van ontreddering over dreigend controleverlies. En dat is te zien. Angst gemaskeerd door woede straalt uit iedere porie van het gezicht. Wat een ontspannen fietstocht zou moeten zijn is een achtbaan van emoties geworden waarin de Boomer bij iedere bocht, wegversmalling en kruispunt vreest dat de andere weggebruiker net als zijzelf moeite heeft met het juist inschatten van de afstand. Tel daar een rap teruglopende reactiesnelheid bij op en je begrijpt: de stress zit hoog. En stress is een emotie en die moet weg. Het reflecteren gebeurt daarbij voornamelijk aan de buitenkant zullen we maar zeggen. Het is dus aan de overige weggebruikers om de Boomer een prettige fietstocht te bezorgen door deze liefst ruim van tevoren uit de weg te gaan, niet te reageren op diens kritiek en de dodelijke blikken van zich af te laten glijden. Ook dient men de Boomer ten allen tijden een ten minste 2 meter brede doorgang te verlenen en direct te reageren op de geluidssignalen die deze afgeeft. Daarbij is begrip en geduld zeer gewenst, reactie niet. Als we ons dáár nou allemáál aan houden is er weinig aan de hand. Ondanks dat gaan ze toch maar weer die Boomers. Hup, niet zeiken maar fietsen.  

Marleenvandecamp
26 1

Godin en Heks

Postmenopauze. Een woord dat klinkt als een aftandse, stoffige treinwagon die ergens op een vergeten zijspoor is weggeroest. Ik heb er een hekel aan. Een gruwelijke afkeer. Alsof je leven wordt gereduceerd tot een medisch stationnetje waar je nooit wilde uitstappen. De grillige heks en de wispelturige godin die zich in mijn lijf hebben genesteld, kwamen onuitgenodigd binnenwaaien. Ze hebben hun koffers uitgepakt in de leegstaande vertrekken die ooit door mijn eierstokken  werden bewoond.  De ene dag zet de heks de boel op stelten, de andere dag laat de godin me stralen alsof ik de wereld aankan. Ik heb ze niet uitgenodigd. Dit is geen bewuste spirituele upgrade, dit is hormonale diefstal. Na de rollercoaster met het PMS-monster, dat me trouw elke maand kwam kwellen, dacht ik: ooit, ooit is het klaar. Ooit is er rust. En toen… dit. Dit is de achtbaan waar de uitgang van is verdwenen. De attractie is gesloten, maar jij zit nog vastgegespt in het karretje, terwijl iedereen al lang naar huis is. Je leert ermee leven, zoals je leert leven met een luidruchtige, onvoorspelbare bovenbuurman. Soms dans je op de energiepieken alsof je de vloer in brand kunt zetten. Je bent een gloeiende kool, vol vuur. Op andere dagen klamp je je vast aan de randen van een glibberige afgrond, een ijspegel die vanbinnen kraakt. En af en toe, in een verwarrende, magische seconde, ben je allebei. Een kosmische grap. “Het gaat voorbij,” zei de dokter. Zijn blik vol medelijden gleed over zijn leesbril heen, een mengeling van cliché en waarheid. “We weten alleen niet wanneer…” Een tijdelijke staat met een onbekende einddatum. Mijn nieuwe normaal. Onvoorspelbaar. Vermoeiend. Maar, moet ik stiekem toegeven, nooit, nooit saai.

Heidi Schoefs
7 0

Brieven schrijven

"Schrijf jij nog brieven?", vraagt hij. We hebben net in het theater het stuk 'Groenten uit Balen' van Walter van den Broeck gezien.  "Nee", zeg ik. "Of wel. In gedachten. En toch ook wel op papier. Maar versturen doe ik ze nooit." "Hoezo? In gedachten?" "De brieven van Jan Debruyker aan wereldleiders zoals Nixon en Brezjnev, of aan Koning Boudewijn, zoals we net in 'Groenten uit Balen' hebben gezien, die werden door zijn vrouw en zijn dochter telkens in de stoof gestoken. Maar dat die brieven nooit aankwamen, daar gaat het eigenlijk niet om. Een brief is een manier om je gedachten te ordenen. Als je een bepaalde persoon rechtstreeks aanspreekt, is het net alsof die dicht bij je staat." "Jij doet dus hetzelfde als Jan? Aan wie schrijf jij dan brieven?" "Bwa, dat is niet zo belangrijk. Aan heel wat mensen. Soms ook aan jou." "Serieus? Kan ik die lezen?" "Nee, dat kan niet", zeg ik. "Die brieven zijn voor mij." Hij kijkt me niet-begrijpend aan. "Dat is toch anders dan ons vader", zegt hij. "Schreef hij ook brieven?" "Ja, wat ik me goed herinner zijn de brieven die hij naar me schreef toen ik op kamp was. We waren allebei geïnteresseerd in sport. De koers, tennis, noem maar op. Maar op kamp konden we natuurlijk geen sport volgen. Hij schreef me dan aan het begin van de vakantie een brief, met het vervolg van de Tour of Wimbledon, terwijl het nog niet gedaan was. Hij verzon complete ritten en wedstrijden. Maar dat wist ik natuurlijk niet." "Schreef je dan ook terug?" "Ja, een kort briefje. Maar toen hij gestorven is, heb ik hem wel een lange brief geschreven." Nog voor ik kan vragen of ik die eens mag lezen geeft hij al antwoord. "Nee", zegt hij, "die is voor mij."

Rudi Lavreysen
22 1