Lezen

Brievenpost van Dinges | Aan de verkeersredactie van VRT NWS

Beste redactie Ik dacht eerlijk gezegd dat het niet meer bestond, maar na even zoeken kwam ik het programma op jullie digitaal platform tegen. Blijkbaar wordt ‘Kijk Uit’ nog altijd uitgezonden, maar niet meer zoals vroeger, meteen na het journaal. Misschien moet u die uitzending in prime time toch heroverwegen, want in de maatschappij, met dat alsmaar drukker wordende verkeer, rijzen er heel wat mobiliteitsvragen.  In de kleedkamers van de VRT hangt wellicht nog een kostuum van oud-rijkswachter Gommar Vervust dat een jonge presenator kan aantrekken. In mijn jonge jaren zag ik hem steevast na het journaal van kwart voor acht een nieuwe verkeersregel verduidelijken.  Geen kwaad woord over de nieuwe presentatoren, maar u kan het ook Hajo Beeckman laten presenteren. Hij is toch jullie mobiliteitsdeskundige. Ik zag hem onlangs bij ‘VRT NWS Laat’ uitleggen waarom het voorstel om overdag maximaal 100 km per uur toe te laten op de autostrade toch geen slecht idee was, terwijl drie vierde van de parlementsleden het tegendeel beweerden. Hij kent er iets van.  Maar kijk, nu ‘Kijk Uit’ enkel nog op zaterdag pal op etenstijd wordt uitgezonden, namelijk om vijf voor zes op ‘VRT 1’, en ergens op ‘VRT MAX’, mis ik telkens de uitzending.  Wellicht daarom heb ik niet meegekregen dat er een nieuwe regel is voor wielertoeristen. Mijn vrouw en ik waren rechtstreeks getuige van de nieuwe maatregel, maar die kwam bij ons, als gewone fietsers, redelijk ingewikkeld over.  Blijkbaar moeten wielertoeristen niet meer bellen als ze in aantocht zijn. Of fluiten. Of 'hallo' en ‘dank u’ zeggen, zodat we braaf en beleefd opzij kunnen gaan. Nee, ze moeten nu roepen waar de andere mensen op rijbaan zich naartoe moeten begeven.  Wat is er gebeurd? Op het verhard en rustiek bospad waar we fietsten, en waar ook wel eens wandelaars te bespeuren zijn, riep een aankomende coureur plots heel luid 'RECHTS!', waarna hij ons meteen passeerde. Ik sprong van het verschieten recht omhoog van mijn zadel. Het kwam me ook ietwat verwarrend over. Moesten wij nu naar rechts? Of ging hij van rechts komen, wat geheel niet logisch zou zijn, want hij kwam natuurlijk van links.  Ik kon hem ook niet vragen wat hij bedoelde, want hij was al snel een paar honderd meter verder. Ik keek achterom of er nog andere coureurs in aantocht waren, want hij reed een pak sneller dan Wout van Aert. Voor hetzelfde geld zaten we in het midden van een wielerwedstrijd.  Nu weet ik niet of hij de nieuwe maatregel correct toepaste, want dat ‘RECHTS!” kwam er bij hem vrij agressief of manu militari uit. Afijn, we waren redelijk van ons melk. Iets verder zagen we twee oudere fietsers aan de kant staan. De fiets van de vrouw lag in de berm. Ik zag de man met zijn zakdoek over zijn voorhoofd wrijven, waarbij hij 'hoezo rechts' mompelde.  U ziet, beste redactie, dat er nog mensen zijn met vragen over deze nieuwe fietsmaatregel. En er zijn nog van die dinges.  Daarom zou ik het zeker appreciëren mocht u een uitzending van ‘Kijk Uit’ in prime time overwegen. Of u laat de nieuwe maatregel door mobiliteitsdeskundige Hajo Beeckman verduidelijken op het journaal, dat mag natuurlijk ook.  Ondertussen verblijf ik, met de meeste hoogachting,  Désiré Dinges

Désiré Dinges
8 0

Brievenpost van Dinges | Aan mijn krantenbezorger

Geachte krantenbezorger Laat me beginnen met een bekentenis. Deze brief voelt een beetje vreemd aan, want ik ken u niet persoonlijk. Noch van naam, noch van gezicht. U bent zo'n beetje als de onbekende soldaat in Brussel. Maar u leeft godzijdank nog en ik wens u vooral een lang en gelukkig leven.  Onze samenwerking is vanaf het begin stroef verlopen. Zeer stroef zelfs. Het begon allemaal begin dit jaar, toen het krantencontract naar een nieuwe speler op de markt ging. De krantenbezorging draaide vanaf toen vierkant.  Het was telkens het onderwerp van gesprek in de buurt. Ook mijn buurman Gust verscheen elke ochtend aan zijn brievenbus. "Heb jij de gazet gehad Gust?" "Nee, alleen de sport." Daarna kwam mijn andere buurman Omer naar buiten en die vertelde dat hij mijn krant had ontvangen. Waar zijn krant naartoe was, wist niemand.  Het zorgde wel voor gezellige babbels, dat moet ik toegeven. Zo kom je in de buurt nog eens bij elkaar. Maar ondanks al die gezelligheid kwam er voor de krantenbezorging geen oplossing uit de bus. In het weekend kreeg ik de bijlage niet en een andere keer ontving ik een Hollandse gazet. De ellende bleef duren.  Maar zoiets mag natuurlijk niet. We betalen er tenslotte voor. Wat heb ik liggen bellen met de abonnementendiensten van mijn kranten. Kranten, inderdaad, want in het weekend heb ik er twee. Afijn, als ze arriveren natuurlijk.  Telkens waren er heel wat wachtenden voor mij aan de telefoon. Waarbij wellicht Gust en Omer, want die zaten ook nog volop in de krantenellende.  "Weet je wat?", zei ik tegen mijn vrouw. "Ik ga de bezorger 's morgens opwachten. Dan is het zo geregeld." "Niks van", zei mijn vrouw. "Ik zie u daar al staan of zitten." Ik had inderdaad een klapstoeletje van zolder gehaald. Ook had ik een oude thermoskan gevonden, voor de koffie, want ik had mijn plannetje met Gust en Omer besproken. Zij deden mee. "Wat moeten de mensen wel niet denken, als gij daar om zes uur 's morgens bij de brievenbus zit. Ze gaan denken dat ge zot zijt."  Dat werd dus niks. Maar kijk, de aanhouder wint. Ik kreeg, al zeg ik het zelf, een geniaal idee. Mijn oog viel plots op de post-its die we wel eens op de koelkast plakken, als we iets niet mogen vergeten in de winkel.  Ik verklapte deze keer mijn plannetje niet, maar ik ging 's avonds, terwijl ik met onze Bobby nog wat ging wandelen, eerst naar de brievenbus. Daar kleefde ik een post-it op de brievenbus met de naam van de krant die in mijn brievenbus moest belanden. En op vrijdagavond schreef ik er twee titels op. Met telkens een 'bij voorbaat dank' erbij. Ik deed er nog wat plakband over, want je weet hier nooit met die wind.  De volgende ochtend ging ik blij als een kind in mijn pyjamabroek en met een verfrommeld T-shirt naar de brievenbus. Zo stilletjes mogelijk. Wat bleek? Het had gewerkt. Ik had de juiste en een volledige gazet in mijn brievenbus. Sindsdien is het niet meer fout gelopen. Onze samenwerking verloopt nu perfect. Post-its plakken is zelfs niet meer nodig.  Al snel namen Gust en Omer mijn tactiek over en sindsdien heeft iedereen terug zijn eigen gazet. Als ik ’s morgens aan de brievenbus sta, hoor ik Gust al vloeken op de president van Amerika, terwijl hij in de keuken over zijn krant gebogen zit. En Omer foetert op zijn voetbalploeg als ze weer eens hebben verloren. De tijden veranderen natuurlijk. Vroeger kende je de postbode persoonlijk. Bij mijn ouders kreeg hij met nieuwjaar nog een borrel. En er zijn nog van die dinges. Niets blijft hetzelfde.  Als ik tegenwoordig mijn krant lees, zie ik dat er in de wereld veel fout loopt. Dan is het goed dat er tenminste nog iets goed loopt, zoals de krantenbezorging.  Daarvoor wil ik u bedanken. Ook al ken ik u niet persoonlijk. Merci.  Ondertussen verblijf ik, met de meeste hoogachting,  Désiré Dinges  PS: ook een dikke merci van Gust en Omer.

Désiré Dinges
1 0

Pretentieloos amusement en entertainment

Er kan heel veel efficiënter en effectiever. Politiek bijvoorbeeld. Wat is in weze de essentie van politiek? In politiek draait het om de 'rede/ rederij/ redevoering ‘. Volgens de Dikke Van Dale betekent dit: ‘mooipraterij, lege holle woorden verkondigen gewoon omwille van het feit om te laten zien hoe rijk en machtig mensen hun taal wel zijn.’ Vrij vertaald zou je dus kunnen zeggen dat politici gewoon elkaar verbaal willen overtroeven voor de show, de schone schijn. Je zou het parlement kunnen beschouwen als een theater zoals in de tijd van Shakespeare waar je de meest adembenemende en ongelofelijke spektakelstukken kan bewonderen. De politici zijn de woordkunstenaars, de acteurs zou je kunnen zeggen die elke dag hun show opvoeren op televisie. Ik vind het geweldig soms, puur amusement en entertainment. Een mens zou er welhaast gelukkig en blij van worden.... Helaas,... Er is helaas niet veel gebeurd of vooruitgang geboekt sinds de tijd van Plato, Socrates of Aristoteles. Het is niet de bedoeling dat er iets verandert, het draait hem om de woorden, de mooipraterij, de rede. Veel politici nemen de woorden ‘politieke moed’ of ‘ inclusief beleid’ in de mond. Wordt het stilaan geen tijd dat er een einde komt aan dat gelanterfanter en gefilibuster en dat er effectief iets in gang wordt gezet? Ik denk dat enorm veel mensen het Belgische beleid en overheidssysteem dankbaar zullen zijn. Helaas zijn de meesten van onze politici geen grote uitblinkers in het ' practice what you preach principe '. P. Claes aka The Canniball  19/8/2025©  

Canniball
6 0

Zie me graag, hou van mij....

Ik heb mezelf er al lang bij neergelegd dat ik niet door iedereen graag gezien en geliefd kan worden. Dat is heel normaal, want omgekeerd geldt hetzelfde. Sommige mensen heb ik ook niet zo graag. Dat is heel gezond want moest ik heel veel vrienden en vriendinnen hebben zou ik ten eerste heel veel tijd en geduld nodig hebben om ze allemaal voldoende aandacht te geven en ten tweede enorm veel geld om mijn drukke sociale leven te bekostigen. Dat heb ik niet. Gelukkig heb ik maar een handvol goeie vrienden bij wie ik écht mezelf kan zijn en die mij nemen zoals ik ben. En wees maar zeker dat ik deze lieve mensen, net als mijn familie, koester en een warm hart toe draag.  Ik ben geen pleaser in deze facebook tijden. Ik doe echt niet alles en ga zeker niet over lijken om zoveel mogelijk ‘likes’ te krijgen van mijn volgers of om bij mijn fans op een goed plaatje te staan. Ik doe gewoon waar ik goesting in heb en waarvan ik denk dat mijn werk getuigt van hoogwaardige kwaliteit. Daar sta ik voor. Geen platvloerse, laffe, goedkope ( online) haat voor mij op fora en sociale media waar ik – ook al heb ik geen verstand waarover ik spreek – mijn scherpe ongezouten mening moet en zal geven en diegene die de post heeft geplaatst meedogenloos met de grond gelijk maak. Waarom? Respect is soms heel ver te zoeken. Ik moet gaan geloven dat geweld en agressie inherent verbonden zijn aan de mens. Dat is jammer. Was communicatie vroeger veel eenvoudiger? Er zullen toen ook een paar mensen geweest zijn die enkel de taal van de vuist verstonden, maar als ik nu het radio journaal luister denk ik dat de helft van België gebaat is bij een cursus agressiebeheersing.  

Canniball
9 0

De omgeving

Het is wanneer je je in de stad begeeft dat je de droom niet doodt. We sparen elkaar tussen de grijze aanbekleding van iets als geschiedenis in tijden van een inwendig conflict dat je existentieel doet overblijven, niets meer en niets minder. Ik wilde wel. Maar het was toen ik me in stad begaf dat de heuvel te temmen viel, dat de reuzen vriendelijk werden en de plaaggeesten ook lotgenoten werden. Ik heb die plaaggeesten, die stokken in de deuropening, nooit gewild, maar we zijn altijd opgescheept met wat ons reflecteert; naar het inwendige toe doet leven; ons onze blik doet kruisen tot je blijft rusten in het licht van verleden tijd, dus ik heb ze altijd gerespecteerd. Gelukkig maar. De omgeving is naarstig op zoek naar een Dries die Dries is en blijft, een schrijver die gevat zichzelf te schrijven snelt, een geest die geen verleden oorlogen vertegenwoordigt maar geest vertegenwoordigt, een schaduw niet in het licht, maar van het licht. Dat wat ik had kunnen zijn, blijven zijn. Niets representeert de vermeden verleden tijd beter dan jijzelf, dus begin er maar aan, aan die toekomst. Liefst van al wil ik wat kwelt, stuk slaan op de aangezichten van de omstaanders, maar als je omarmt wat met je wil zijn op die eigenste moment, wil wat met je wil zijn, er ook gewoon zijn, onbevooroordeeld, met of zonder je  (en daarom altijd mét je). Ik maak de som: de omgeving is gunstig; de toestroom aan ervaringen zijn gunstig de uren zijn lang en spelen in het voordeel; de dagen creëren een spel van vreugde en beweging, een in één trek gemaakte geschiedenis, alleen voor mezelf; als al wat bleef nu eens ook echt zo blijft, was ik op een peuleschil verwijdert van al wat draaglijk was, van wat puur en authentiek en moeiteloos zich een weg baant, weet je wel, dat wat naarstig op zoek is naar een ander, evenwaardig leven dat collectief tot stand komt, gedeeld goed weet je wel, dan was iets als een ik schitterend waanzinnig en vooral voor altijd. Maar dat is niet wat je altijd krijgt. Daarom smijt ik mijzelf weer het leven in risico’s nemend, grenzen empathisch aftastend, dagen moedig trotserend, omdat zo leven moeite kost maar de moeite is, en tot dat de dag komt dat dat niet meer nodig is, is dit nodig, o wat is het nodig.

Dries Verhaegen
20 2