Toxic
“I’m addicted to you, don’t you know that you’re toxic.”
Giftig. Haar venijnige opmerking had zich in haar hoofd genesteld en haar langzaamaan verlamd.
Zoals altijd had ze het niet verwacht. Was het omdat ze omdat ze nagelaten had goeiedag te zeggen aan de keukentafel? Of omdat ze haar kleren had laten rondslingeren? Ze had er het raden naar. Met haar moeder kon je het onmogelijk weten.
Haar gezichtsuitdrukking verried geen enkele emotie. Soms had zij de indruk dat haar moeder zelf een puber was. Dat zij, Aimée, voor haar moest zorgen en haar morele kompas moest zijn. Zij was degene die haar emoties moest bedwingen. Terwijl haar moeder degene was die last had van mood swings waar noch kop, noch staart aan vast te binden was.
Haar moeder was een bloedmooie vrouw. Eentje waarvoor je als een blok zou vallen met haar betoverende verschijning. Iemand van wie je gemakkelijk hield maar die niet van zichzelf hield. Kennissen, buren en Aimées vrienden omschreven haar als ‘joviaal’, ‘uitbundig’, ‘goedlachs’ en ‘attentvol’. Het woord 'authentiek' was zelfs eens gevallen. Haar moeder stond altijd klaar voor iedereen met advies, tips en een luisterend oor maar dit bleek haar manier om mensen op een afstand te houden. Als een afleidingsmanoeuvre om niet te dicht te komen. Want vroeg of laat botste je op een muur zodra je haar spiegels voorhield. Dan veranderde ze in een andere persoon. In iemand die koel, afstandelijk en onvoorspelbaar was. Iemand die bij de minste trigger klaar was om uit te barsten en je te overstelpen met vernietigend kritiek. Dan moest je zorgen dat je uit haar buurt was en je zo klein mogelijk maken. Dan voelde ze zich zo waardeloos en stom in haar bijzijn.
Was haar moeder emotioneel onbereikbaar zoals haar vriendin Jeanne had geopperd? Aimée had toen haar schouders opgehaald maar haar opmerking was blijven hangen.
Was het erfelijk? Een jongen uit haar klas had haar gezegd dat ze best wel mooi was voor a brown chick. Ze had toen op dezelfde manier gereageerd: ze had haar schouders opgehaald. Wat moest ze voelen? Soms leek het alsof ze geen toegang had tot haar gevoelens. Alsof haar emoties achter slot en grendel waren.
Zijn emotioneel onbereikbare personen gemeen? Dat was ook één van de vele vragen die ze zich stelde. Haar moeder kon poeslief zijn maar ze wist nooit of het oprecht was. Of hoelang de show duurde. Want vroeg of laat keerde het zich tegen haar; zoals die keer in de supermarkt.