Enig kind
ik hou van
mijn vlammend rode
rok, mijn vuurrode vest
mijn koraalrode kousen
je kan niet naast,
niet om me heen
ik ben niet zoals jij
een glimp babyblauw
en dan weg
mama houdt van
groen, van haar grasgroene jurk
naait ze een miniversie
voor mij
papa houdt van donkerbruin
zoals van een bast
waartegen je lekker leunen kan
sterk als een stam
toen haar groene tak
met de eerstgeborene brak
toen het kind van het eerste bed
lijkbleek
teruggevonden werd
Zwarte lach
ik ren de trap af naar beneê
want daar ligt de eerste sneeuw
pa en ma hebben erin gegraaid
ze hebben een witte bal gedraaid
ik kijk toe
en begrijp niet goed hoe
leuk het is een bal
te laten groeien tot een ijsman
ma heeft de grootste klaar
pa zegt: stapelen maar
bal twee komt boven op bal één
en dan speel ik mee:
ik zoek knopen voor zijn ogen
een wortel voor zijn neus
Limburgse kool voor een zwarte lach
als jij er nog geweest zou zijn
hadden we samen vast
dubbele pret gehad
maar jij ligt ergens
niet eens in een graf
en ik ben sinds jouw dood
kind af
De rouwkaart van vader
ik lees je naam
boven die van mij
voor het eerst op een rouwkaart
je keert hiermee het tij
boven die van mij
met een kruisje erachter
je keert hiermee het tij
in de hemel ben je poortwachter
met een kruisje erachter
jaren doodgezwegen
in de hemel ben je poortwachter
even na de geboorte overleden
jaren doodgezwegen
je zou mijn broer zijn
even na de geboorte overleden
terwijl ik jarenlang dacht enig kind te zijn
je zou mijn broer zijn
voor het eerst op een rouwkaart
even na de geboorte overleden
ik lees je naam