jessy hamvas

Gebruikersnaam jessy hamvas

Teksten

De laatste brief

Morgen wordt ze 18 jaar en mag ze weer een brief openen. Een stem uit het verleden die haar toespreekt, maar waar ze de klankkleur en intonatie al lang van is vergeten. De pijn is er nog. Niet meer zo scherp al voorheen, maar dof en drukkend. Een zwaarte op de achtergrond, die haar op onverwachte momenten nog kan overvallen als een cycloon die haar omverblaast en ontredderd en alleen achterlaat. Hoe kan iets tegelijk zo zwaar en leeg zijn? Er is een stuk dat weg is en nooit meer terugkomt. Het was haar basis, haar ijkpunt, haar evenwicht. Het gaf haar kracht en vertrouwen om de wereld aan te gaan. Zonder voelt ze zich verloren. Ze neemt de schoendoos met brieven en opent het deksel. Bovenop de stapel ligt de laatste brief. Deze keer een mooie crèmekleurige enveloppe van stevig papier. Ze ruikt eraan en probeert tevergeefs de geuren terug te vinden die bij de schrijver horen. Ze ruikt niets, enkel de geur van papier en oud karton. Boos gooit ze de doos door de kamer. De brief blijft achter in haar hand. Zou ze hem al openen?  Niemand die haar tegen kan houden en binnen een paar uur is ze toch officieel volwassen. Dan mag ze doen en laten wat ze wil. Ze wil haar eigen weg gaan en haar eigen beslissingen nemen. Slordig scheurt ze de enveloppe open, haalt de brief eruit en strijkt de kreukels plat. Liefste Theresa, Wanneer je dit leest, ben ik er al een tijdje niet meer. Deze brief hoort bij het beginpunt van een nieuwe periode en bij het afscheid nemen van je tienertijd. Op het moment dat ik dit schrijf, speelt de film van je leven zich voor mijn ogen af. Ik zie je als baby’tje in mijn armen liggen en kan je mondje nog rond mijn tepel voelen. Je hapte altijd wild in het rond tot je me beet had en dronk dan gulzig, met grote teugen alsof je leven ervan afhing.  Je vloog mijn leven binnen als een wervelwind. Je wilde alles meemaken, altijd de oren gespitst om niets te missen, je voelsprieten alert op al wat gebeurde. De kleinste verandering had je gezien en wanneer ik mijn haar had geknipt werd je boos omdat ik niet meer dezelfde was. Je vroeg me de oren van mijn hoofd. Elke vraag moest ook een antwoord krijgen. Op driejarige leeftijd vroeg je al wanneer tante Paula nu zou sterven. Want als je oud bent, ga je dood. Dat had je al snel door. Had ik je toen moeten verwittigen dat niet enkel oude mensen sterven? Ontelbare knuffels heb ik gekregen en heb je ook genomen. Je had het nodig om regelmatig ‘bij te tanken’, zo noemden we dat. Ook als ik er geen zin in had, omdat ik boos op je was. Op dat moment had je die omhelzing nog meer nodig dan anders, om er zeker van te zijn dat het nog ‘ok ‘ was tussen ons. Ik was je veilige haven, je vertrouwenspersoon, je wereld om naar terug te keren. Op een dag gebeurde het ondenkbare. Het werd al snel duidelijk dat ik er niet meer lang voor je zou kunnen zijn. Mijn wereld stortte in, maar ik moest recht blijven staan. Hoe kon ik je nog alles meegeven wat je nodig had, voordat het te laat was? Theresa, je bent nu geen kind meer. Een brief als deze hoort een allerlaatste wijze raad te brengen, maar er schiet me niet zoveel te binnen, enkel dit: ‘Ga je eigen weg. Drink het leven met volle teugen, gulzig en zonder twijfel. Neem je eigen beslissingen, ga ervoor en kijk niet om.’ Een traan rolt langs haar wangen en valt als een parel op het papier. Het duurt even voor het papier hem heeft opgezogen. Een kleine donkere vlek blijft achter. Net zoals in haar hart ook een donkere vlek achterblijft. Ze overdenkt wat haar moeder nog meer heeft nagelaten. Het zijn niet enkel de woorden die belangrijk zijn. Het is ook een geborgenheid die ze nog steeds meedraagt, na al die ontelbare omhelzingen. Met haar ogen dicht voelt ze de stevige armen rond zich heen die haar verwarmen en bij elkaar houden. Een glimlach verschijnt op haar gezicht. Terugdenken aan wat was, maakt niet enkel verdrietig. Het prikkelt haar fantasie, het doet haar dromen en geeft haar ook de kracht om door te gaan. “Bedankt mama, maak je geen zorgen. Ik kan het leven weer een beetje beter aan.”  

jessy hamvas
8 1

De date

‘De date’ V:          Hey, hallo… M:         Euh, ...hallo zeker? V:          Ja, ik ben dit ook niet gewend hoor. Voor mij ook de eerste keer. M:         De eerste keer? V:          Ja, maar ik dacht bij mezelf, kom Sofie, doe eens zot en stap uit je comfortzone. M:         Aha… V:          Ik ben al te lang braaf geweest, altijd maar veiligheid opzoeken, nooit eens iets nieuws proberen,… Tijd voor verandering! M:         Mmm, interessant. Altijd braaf en voorzichtig, dat ken ik niet. V:          Ah nee? Ik wel, ik zet normaal gezien alleen maar een stapje de wereld in, wanneer ik tegen alle risico’s beschermd ben, … alsof ik in zo’n sumoworstelpak zit.  Je kent dat wel; als je dan omvalt kom je sowieso zacht terecht. Maar dan bij wijze van spreken, hé. M:         Ja, ha ha, maar…, nu zie je er toch niet uit als een sumoworstelaar. Mooi figuurtje, sexy hielen. V:          Merci, ik heb mijn best gedaan. Ik ben wel tien keer van outfit gewisseld. Ik dacht eerst om een rood kleedje aan te doen, maar ja, rood én een diepe decolleté, dat geeft toch snel de verkeerde indruk. Uiteindelijk heb ik dan een paar foto’s gewhatsappt naar een vriendin en die heeft het zwarte kleedje gekozen. Daar doe je nooit iets fout mee, zei ze. Wat denk jij? M:         Och, ik heb daar geen verstand van, maar als het aan mij lag, had je best dat rode kleedje mogen aantrekken. Daar zou ik geen nee tegen zeggen. V:          Zie je wel, toch weer de verkeerde keuze…. Ik zou ook nooit meer deze schoenen aantrekken. Achteraf bekeken zijn stiletto’s niet zo handig om mee naar een park te komen. Onderweg naar hier heb ik al het halve park opgeruimd. Om de paar meter moest ik er papiertjes afhalen. Ik heb er zelfs een colablikje mee opgeprikt. Verre van glamoureus. M:         Da’s lachen; maar je komt er wel mee weg hoor. V:          Vind je? M:         Ja, hoor. Mooie blauwe ogen heb je trouwens. V:          Oh, bedankt. Maar, om eerlijk te zijn… ze zijn eigenlijk bruin. Ik heb van die gekleurde lenzen in. M:         Aha, een geheim ontrafeld. Nog meer geheimen? V:          Euh, ja, …deze borsten zijn ook niet helemaal echt…Push up BH. M:         Wat een teleurstelling; maar iedereen heeft zijn geheimpjes zeker… Kom, vertel, waarom is zo’n aantrekkelijke dame zo onzeker? V:          Goh, het grote cliché? Een neurotisch betuttelende moeder en een over beschermende vader? M:         Tja, met een dochter kan je nooit voorzichtig genoeg zijn zeker? Achter elke boom schuilt de grote boze wolf. V:          Misschien, maar in ieder geval, nu ben ik vrij. Mijn moeder is een tijd geleden gestorven. Uitgegleden op een ijsplek toen ze in haar kamerjas en op pantoffels de post uit de brievenbus ging halen. Altijd zo voorzichtig geweest en dan zo aan je einde komen. M:         Da’s hard. V:          En mijn vader is voor een nieuwe vrouw gegaan. Die had uiteindelijk toch ook genoeg van de betutteling en woont nu in Saint-Tropez. Elke dag zon, Picon, bermuda’s en Docksides. M:         Oké, ik begrijp het. En dan nu jij nog. V:          Ja, nu is het me-time. Tijd voor Sofie 2.0. Gedaan met die eenzame glazen wijn in de zetel, met nog maar eens een herhaling van Friends als gezelschap. Tijd voor een happy end! M:         Heb ik even geluk, ik hou wel van happy endings… V:          Ah, euh ja….. euh … M:         Grapje….Gezellig zo in het zonnetje. V:          Ja, dat is waar, een wit wijntje zou er wel bij passen, of een frisse pint. M:         Vertel mij wat. V:          Of een Cavaatje. Dat lust ik altijd, jammer dat ik er niet aan gedacht heb om een fles mee te brengen. Het is tenslotte een date hé. M:         Een date? V:          Ja…, ik moet zeggen. Ik was eerst wel heel zenuwachtig, zo’n eerste keer een blind date, maar voorlopig valt het reuze mee. In mijn hoofd speelde zich een heel ander scenario af. M:         Euh, heb ik dat goed begrepen, zei je nu een date? Ik weet niet of ik het zo zou noemen hoor; eerder… een toevallige ontmoeting met mogelijkheden? V:          Toevallig? In ons bericht stond toch om twee uur op het bankje tegenover het beeld van de naakte dame? M:         Nee schatje, ik denk dat je je vergist. V:          Een vergissing? M:         Wij hebben geen date. Oei, time is up,  daar komt mijn vrouw aangewandeld met de kinderwagen. V:          Wat zeg je, je vrouw? M:         Ja, …kans verkeken, toch geen happy end vandaag. Ik denk trouwens dat je het verkeerde bankje hebt gekozen. Volgens mij heb je een date met die man daar tegenover. Diegene die daar alsmaar meer ineengedoken op zijn bankje zit. Ik zag hem al een paar keer ongerust op zijn horloge kijken.   Jessy Hamvas

jessy hamvas
26 1

Rouw-Rauw

Wanneer je konijn sterft dan kan je hem nog zoveel strelen als je wil. Je legt hem in een doosje, schikt zijn pootjes en zijn oren netjes, aait zijn vacht en doet het doosje dicht. Je graaft een put, legt de doos voorzichtig neer, staat recht en vouwt plechtig je handen. Je denkt nog eens aan je konijntje, ziet hem nog huppelen in het gras. De gedachte aan zijn snuffelend neusje toveren een glimlach op je gezicht. Je bedekt de doos met aarde en plaatst op het bergje zand een paar mooie keien, een houten kruis en strooit wat bloemetjes in het rond. Je schildert de naam van je konijn op het kruis. Af en toe kniel je nog wel eens neer bij het graf en druppen je tranen als regen op het gras. Een andere keer vertel je enthousiast dat je die dag tot in de top van de boom durfde klimmen. Wanneer je opa sterft is alles anders; en toch ook weer hetzelfde. Er is een kist, een put in het zand en er zijn bloemen. Maar je krijgt je opa niet meer te zien en een aai over zijn kale hoofd, of nog eens op zoek gaan in zijn vestzak naar snoep, kan niet meer. In de kerk is het koud, er is rook en het ruikt raar. Iedereen kijkt treurig naar de grond en er is niemand die naar je grap over opa wil luisteren. De glimlach rond je mond sterft snel weg en je maakt je zo klein mogelijk. Straks zal je je konijn nog eens bezoeken en hem vertellen hoe erg je opa mist. Je zet het kruis terug recht en schildert de letters opa erbij. Wanneer je dan in de bomen klimt zal hij je ook kunnen zien en zal je naar hem wuiven.  

jessy hamvas
2 0

(Voor wedstijd Het bankje:) "Dag broer"

                      Voor iedereen die verloren heeft en niet kan vinden...   'Everything you can imagine is real'  Pablo Picasso   Z: “Hey, … broer?” B:” Dag zus.” Z: “Nooit gedacht dat ik je hier zou tegenkomen.” B: “Nee, dat kan ik me voorstellen.” Z: “Je hebt ons wel wat aangedaan. We zijn er allemaal ondersteboven van.” B: “Sorry.” Z: “Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Ik dacht dat ik met honderd vragen zat, maar nu ik ze kan stellen, kan ik er geen één bedenken. Ik deed al een poging om ze op te schrijven, maar ik kwam niet verder dan één woord.” B: “Maar zus toch, je was altijd zo goed met woorden. Ik herinner me nog levendig al die brieven die je me vroeger schreef , toen ik dat jaartje in Mexico woonde. Al die vragen over hoe het daar was, of ik al vrienden gemaakt had, welke smaken ijs ze verkochten, of ik al de merengue kon dansen. Elke brief leek wel een interview.” Z: “Dit is anders.” B: “Ik moet toegeven dat ik er wel naar uitkeek, op een gegeven moment wachtte ik er ook op. Elke brief toverde een glimlach op mijn gezicht en bracht me terug een stukje dichter bij jou en de rest van de familie. Een zonnestraaltje dat door de wolk van heimwee brak.” Z: “Daar had ik geen idee van, dat je heimwee had. Ik dacht dat je de tijd van je leven beleefde en elke dag een feest was. Ik schreef die brieven om te voorkomen dat je me zou vergeten en zou besluiten dat het daar toch leuker was dan thuis. Ik was echt bang dat mijn grote broer niet meer zou terugkomen.” B: “Het was voor mij makkelijker om enkel te schrijven over de leuke dingen. Ik dacht dat jullie dat ook verwachtten te lezen. Ik wilde niemand ongerust maken door te vertellen hoe zwaar het was en misschien was ik ook te trots. Ik dacht dat ik me in een andere omgeving anders zou voelen , dat ik eindelijk het grote avontuur zou beleven en mezelf zou bevrijden door mijn grenzen te verleggen. Het bleek echter al snel dat ik me daar ook alleen voelde. Ik had de eenzaamheid meegenomen in mijn koffer.” Z: “Dat verbaast me echt. Zo zie je maar, dat je iemand nooit echt kan kennen. Ik ken jou blijkbaar toch niet zo goed dan ik dacht. Ik weet eigenlijk niet meer wie je bent.” B: “Ik ben nog steeds dezelfde. De grote broer die lachte om al je grapjes. Diegene die je deelgenoot maakte van je wilde plannen en die als eerste klaar stond om ze mee uit te voeren. Weet je nog dat je weg wilde lopen van thuis met de kano? Je had hem al helemaal volgeladen met onze tent, slaapzakken, zelfs een kampeervuurtje om je eigen kostje mee te koken, terwijl je nog geen ei kon bakken!” Z: “Ja, nu je het zegt. Ik had er alleen niet bij nagedacht dat een extra passagier wel eens te veel gewicht zou kunnen geven. Nog voor we de bocht om waren gepeddeld begon de kano al water te maken. We moesten hem de kant optrekken en met hangende pootjes en natte voeten terug naar huis. Maar, we wijken af. Je bent er nog steeds goed in om me af te leiden en me op te vrolijken, maar je vlucht ook weg van de essentie.” B:” En die is?” Z: “Dat je ons in de steek gelaten hebt en dat ik daarom verschrikkelijk boos op je ben.” B: “Misschien is het probleem niet dat je niet weet wat te vragen, maar dat je me eerder wat wil vertellen.” Z: “Weet je, ik ben niet de hele tijd boos. Het zijn golfbewegingen van boosheid, verdriet, schaamte, onrust, noem maar op. Alle gevoelens passeren hier de revue. Wat vooral heel vervelend is, dat is dat die gevoelens me overvallen op de meest onverwachte momenten. Laatst stond ik naast het veld te supporteren voor de voetbalmatch van Jasper. Ik voelde de woede als uit een kramp in mijn buik ontploffen en me volledig overnemen. Ik heb daar geroepen, gebruld tot ik geen stem meer had. Gelukkig valt dat tijdens zo’n voetbalmatch niet op. Je bent daar niet de enige supporterende ouder. Maar jij had daar moeten staan om je petekind aan te moedigen. Ik weet niet goed of ik die boosheid enkel voel om mezelf, of voor Jasper. Hij zegt er nooit veel over, maar ik zie de pijn in zijn blik en ik weet dat hij steeds een omweg maakt op weg naar school. Hij wil niet meer voorbij je huis fietsen. Zijn pijn maakt me nog bozer op jou.” B: “Nu weet ik niet goed wat zeggen. Dat vind ik heel erg.” Z: “Tja, hier zitten we dan mooi. Ik ben niet alleen boos op jou hoor. Ik voel me ook heel verdrietig. Ik ben mijn beste maatje kwijt. Ik had het gevoel dat ik je alles kon vertellen en ik wilde dat jij dat ook bij mij had kunnen doen. Ik voel me daar heel schuldig over.” B: “Je hoeft je niet schuldig te voelen, het was mijn keuze.” Z: “Ik kan niet anders. Mijn hoofd is als een labyrint van opties en mogelijkheden. Had ik dit maar gedaan, had ik dat maar niet gezegd of net wel. Had ik het moeten zien aankomen? Heb je signalen gegeven? Wilde je daarom dat hondje uit het asiel toch niet nemen? Allemaal vragen die ik me steeds opnieuw stel, maar die me nooit naar de uitweg brengen. Ik bots telkens weer op een muurtje of een doodlopend spoor.” B: “Dat moet heel vermoeiend zijn.” Z: “Ja, dat is het ook. Ik word er zo moe van, maar ik kan er niet mee stoppen. Elk flintertje informatie probeer ik van voor naar achter te bekijken, op zoek naar een verklaring. De enige vraag die overblijft is: Waarom? Waarom heb je het eigenlijk gedaan broer? Waarom heb je ons niet om hulp gevraagd?” B: “Lastige vraag. Ik kan je geen antwoord geven. Ik kan je wel zeggen waarom ik het een hele tijd niet heb gedaan. Ik heb volgehouden. Ik wilde Jasper ’s geboorte meemaken. Ik wilde zijn eerste nieuwjaarsbrief horen. Ik wilde me onderdompelen in het warme bad van je gezin. Je hebt me ook geholpen. Ik voelde me geborgen in je omhelzingen. Ik heb me vastgehouden aan elke strohalm die je me aanreikte, zonder dat je het zelf wist. Ik heb me opgetrokken aan elk sprankje hoop, dat het morgen anders zou zijn.” Z: “Dat moet ook heel vermoeiend zijn.” B: “Ja, dat was het ook. Op een gegeven moment was het op, denk ik. Ik liet het leven los. Ik liet jou los. Sorry daarvoor.” Z: “Weet je dat ik ondertussen ongewild een vat vol bizarre weetjes en feiten ben? Als ze er een quiz over zouden organiseren win ik zeker de hoofdprijs.” B: “Wat valt er zoal te weten dan?” Z: “Wist je dat de brug over de Yahntzee rivier in China de meeste zelfdodingen kent? En dat de Golden Gate Bridge in San Fransisco op nummer twee staat? Ze willen daar een enorm groot anti-zelfmoordnet onder hangen van wel 2,7 km lang, dat 190 miljoen euro zal kosten!” B: “Interessant hoor.” Z: “In Japan is er een bos waar mensen speciaal naartoe reizen om zelfmoord te plegen. Dat komt door een bekende roman ,’De zwarte bomenzee’, waarin twee geliefden zich van het leven beroven Dat inspireert anderen blijkbaar.” B: “Het woord zelfmoord klinkt zo hard en jezelf van het leven beroven zo vreemd. Alsof er iets te stelen valt. Tja, ik heb misschien wel een stukje geluk en toekomst van jullie gestolen. In ieder geval, ik ben uit het leven gestapt en er is geen weg meer terug.” Z: “Hoe moeten we nu verder, broer?” B: “Probeer volgende keer in je labyrint geen uitweg te zoeken, maar probeer mij te zien. Ik zal er staan, ergens achter een hoekje wanneer je me het minste verwacht. Ik ben er nog altijd voor jou.” Z: “En jij blijft voor altijd mijn grote broer. Dag broer.” B: “Dag zus.”

jessy hamvas
5 0