Miauwman

Gebruikersnaam Miauwman

Teksten

Brood

Back to Basics: brood. Europa is de beschaving van het brood. Andere culturen aten een platte koek van een ongedesemde brij en eten vandaag nog steeds nakomelingen van dit neolithische gebak: bv. tortilla (Mexico), naan (India), pitta (Midden-Oosten), injera (Ethiopië). Gedesemd brood daarentegen is iets van het Westen, net zoals Europa en Amerika vandaag nog steeds de graanschuren van de wereld zijn.  De Egyptenaren ontdekten de zuurdesem vijfduizend jaar geleden, Grieken namen het over in de vijfde eeuw voor christus, de Romeinen in de tweede eeuw, en de Germanen in de vierde eeuw. De Egyptenaren kenden reeds twintig soorten broden, maar het echte avontuur begon met de Grieken: naast alle denkbare vormen gaven zij het smaak door toevoeging van honing, vijgen, steenklaver, mirre, wijn, lijnzaad, wilde peren, braambessen, kweeperen, room, anijs, enzovoort. De verfijnde geest van de Grieken was de gist van hun brood.  De kloosters verspreidden en verbeterden de kennis van het bakken in Europa. De bakkerij van het klooster Sankt-Gallen bijvoorbeeld had een bakoven met een capaciteit van duizend broden. De abdij van Saint-Germain-des-Prés bij Parijs had 59 graanmolens. De fijnste broodwaren in de meest gerafinneerde vormen vond je o.a. aan het pauselijk hof. Bij een feestmaal ter ere van Clemens V (1305-1314) werden als hoogtepunt twee bomen uit brood op tafel gezet: behangen met vijgen, appels, peren, en perziken.  Brood was en is nog steeds het dagdagelijkse hoofdbestanddeel van onze voeding. Vandaar dat brood steeds verbonden was met allerlei gebruiken en (bij)geloof. In katholieke streken werd vroeger geen brood aangesneden zonder een kruisteken te maken. Dikwijls werden kruisen in het brood ingebakken. Heel Europa raapte gevallen brood op en kuste het. (Erasmus van Rotterdam vermelde dit in zijn opstel over tafelmanieren) Evenzeer wijdverspreid was het koningsbrood (Driekoningen) en versierde feestbroden voor zowel religieuze als andere gelegenheden.  Zijn hoogste wijding kreeg brood door het Laatste Avondmaal en zijn hoogste verbeelding door de broodvermenigvuldiging. De meeste menselijkheid zit in Jezus’ gebed “Geef ons heden ons dagelijks brood”. Een zin die enkel aan belang kan winnen in sommige regio’s waar zowel aarde als samenleving de groeiende overbevolking niet aan kan. Een zin die doorheen heel de geschiedenis geldt, want de geschiedenis van de gewone mens is ook die van de honger.  Het moderne Westen kent geen honger meer maar ook geen brood. Bakkers zijn nog steeds hardwerkende mensen maar geen bakkers. Quasi allen kopen industriële deeg en bakken die gewoon af. Vandaar dat brood veelal hetzelfde uitziet en smaakt. De eerste en laatste keer dat bakkers bloem, gist, water en zout hebben gemengd was tijdens hun opleiding. Brood is niet banaal. Brood is een bron. Versier het met kleurige kruisen van suiker en verdeel het onder armen en ongelovigen. Brood is een gebed. Verberg het brood en de mens gaat op zoek naar zijn ziel. "Wat de mens nodig heeft voor het leven hier op aarde, is samengevat in het woord brood" (catechismus van Weissenburg, 8e eeuw) 

Miauwman
0 0

De Wolf

De wolf is een symbool voor de christelijke man. Het beeld van de wolf verschilt al naar gelang de levensbehoefte van de mens. Voor jagers- en natuurvolkeren, bleef hij een toonbeeld van het goede, een deel van de natuur, een leraar en een oervader. Voor Bijbelse herdersvolkeren en middeleeuwse boeren werd hij een bedreiging (voor het vee), de booswicht van sagen en mythen (Roodkapje, Isegrim, weerwolf). Voor de ene belichaming van God, voor andere van de duivel (Ez 22:27, Mt 7:15, Lk 10:3).  In Oud-Germaanse mythologie, de Edda, is de wolf een veredeld wezen. Oppergod Odin (of Wodan) werd soms met wolfskop afgebeeld, en trad steeds op in gezelschap van twee wolven, zijn boodschappers Gere en Freke. Zowel bij Germanen als andere antieke volkeren betekende de (doods)strijd met een wolf een eervolle onderscheiding. Oude Germanen kenden geheime mannengenootschappen die zich verborgen in wolvenvachten lieten vereren als wolvengoden. Lidmaatschap belichaamde dapperheid en kracht. Om in het genootschap van wolvengoden te worden opgenomen moest men ingewanden eten en een jaar verborgen leven in de bergen. Oude Grieken zagen de wolf als beschermer van mensen en heiligdommen, Afrodite was steeds in het gezelschap van een wolf. Rome is volgens de legende gesticht door de vondelingen Romelus en Remus, beiden gezoogd door een wolvin. Wereldwijd bestaan er verhalen over wolven die verweesde of verloren kinderen opvoeden.    Mens en wolf lijken op elkaar, en man en wolf nog meer. Beiden hebben een gelijkaardig sociaal verband want ze zwierven reeds sinds het begin der tijden in families door het land. De wolf is noch solitair, noch kuddedier, maar haalt zijn kracht uit de familie (roedel). De band met de ouders blijft vele jaren, soms wel een leven lang. Het wolvenkoppel is monogaam, misschien meer dan de mens, sommige wolven blijven zelfs alleen na de dood van hun partner. De vader is sterk betrokken bij zijn kroost. Er is zelfs een reu waargenomen die na de dood van de moeder probeerde de welpen te zogen. Oudere dieren fungeren als grootouders die welpen mee opvoeden en wassen.  Het nachtelijk gehuil van de wolf is niet akelig maar de zuivere emotie van een dier dat naar zijn partner en soortgenoten zoekt. Ze zijn op zoek naar een reisgezel, een gelijkgezinde, of een wijfje om een band voor het leven aan te gaan. Het gehuil is een beeld voor de mens die vanuit zijn diepste wezen verlangt naar contact met anderen, en met zijn God.  Ik ken twee mensen met een tattoo van een wolf. Een jezuïet die op zijn schouder een tekening met een wolf en een ketel had laten plaatsen omdat Ignatius’ achternaam Loyola is samengesteld uit twee Baskische woorden met die betekenis. De tweede persoon is mijn vrouw. Uiteraard schaamt ze zich over die jeugdzonde maar ik heb haar verboden om het te laten wegwerken. Het is een teken dat ze met een christelijke man getrouwd is.     'Kom naar me toe, Broeder wolf, ik zal je geen kwaad doen' (Heilige Franciscus).  

Miauwman
141 0

Het Varken

Het varken is voedsel voor Europeanen, voor krijgers en denkers.   Wilde zwijnen zijn een Europese diersoort en verschijnen reeds in de symboliek van de eerste Europese culturen. De oude Grieken kenden het zwijn van Kalidon, een wit zwijn van goddelijke oorsprong verslagen door Meleager, en het zwijn van Erymanthos dat Herakles ving tijdens zijn twaalf werken. Varkens werden geofferd aan Demeter de Griekse godin van de oogst.   Voor Kelten en de Galliërs was het zwijn een militair embleem voor de ontembare vrijheid van hun stammen. Vandaar hun aanwezigheid op allerlei standaarden, geld, voorwerpen, een insigne overgenomen door Romeinen zoals op de arc de triomphe in het Franse Orange. Het was een beeld voor woede, onafhankelijkheid, en brutale onverschrokkenheid. De druiden zagen het als zinnebeeld voor de kracht en superioriteit van de geest of het spirituele. Zover ging deze identificatie dat de chefs van de druiden zich de “grote witte zwijnen” noemden. In de Franse Ardennen vond men een beeld van een vrouwelijke God die reed op een ever, net als de Noorse Godin Freya.   Dit beeld bleef voortleven in Europese heraldiek als symbool van vechtlust, het hoofd als teken van gastvrijheid (versiering op tafel tijdens middeleeuwse feesten, soms helemaal groen gekleurd). Een zilveren ever was het symbool van Richard III, een stekelvarken van Lodewijk I van Orléans. Tot op vandaag: de ever op de groene baret van het Belgische infanterie-regiment “Chasseurs Ardennais”.   Het christendom schafte het (in oorsprong faraonische) verbod op varkens van het OT af. Maar het taboe maakte sowieso geen kans tegen de kracht van het beest. Van alle dieren is een varken het meeste eetbaar en te gebruiken in allerlei bereidingen: o.a. ham, worst, spek, bloedworst, kop (hoofdkaas), stoverij, zoete lies. Alleen al van worsten moeten er meer dan duizend soorten zijn, van Bratwurst tot mortadella, van chorizo tot kulen. Varkens betekenden voedsel en welvaart, maar ook hygiëne (aten afval op) en bemesting (wroeten grond om).   Kijk naar de heilige Antonius (251-356) met zijn varken. Niet omdat Antonius zelf een beetje leefde als een varken, namelijk in een hol in de grond op een dieet van wortels. Wel omdat het vlees van de varkens die zijn volgelingen kweekten, werd uitgedeeld aan de armen. Kijk ook bij Albrecht Dürer (1471 -1528) naar de leeuw en het varken die os en ezel vervangen bij de kribbe.   Een knapperd is de Oxford Sandy: een rosse flapoor met felle zwarte vlekken. Tot de lekkerste behoren zeker de Vlaamse varkenrassen. Er leven er even veel als er vlamingen zijn (zes miljoen), meer dan de helft in West-Vlaanderen zodat sommigen grappen dat daar meer varkens wonen dan mensen. Godzijdank.   Het christendom bevrijdde het varken, het varken voedde het christendom. Indien Jezus had gepredikt aan de Rijn of de Schelde vermenigvuldigde hij broden en worsten i.p.v. vissen. Een dier dat zoveel geeft zou opnieuw meer zichtbaar moeten zijn, zowel in de velden als in iconografie. Op zijn minst moet er een nieuwe piratenvlag komen, één met een groot gemeen zwart exemplaar op.

Miauwman
42 0