#1

Astrid
8 jul 2015 · 0 keer gelezen · 2 keer geliket

Soms lijkt het stil op het slagveld. Na uren van gekletter en gejammer smelt het lawaai van het gevecht tot één witte ruis alsof de waas van vermoeidheid die om hem heen hangt de geluiden tegenhoudt. Dan hoort Nikephoros enkel het gebonk van zijn eigen bloed in zijn oren, hoe hij hijgend adem naar binnen zuigt, en af en toe, op dagen zoals deze, hoort hij het schreeuwen van zijn naam als een echo in zijn gedachten. 

De mannen om hem heen kan hij amper zien. Het zware metaal van zijn helm sluit hen van hem af, maar hij weet dat ze er zijn. Hun aanwezigheid hoort ook bij de ruis, de mengelmoes van bloed en geschreeuw en het versplinteren van schilden. Nikephoros voelt dat zij er zijn en zij voelen dat hij er is.

Zijn speech is hij al vergeten, de woorden achtergelaten in het kamp, vertrappeld door de vele voeten die schuifelend hun tent verlieten. Alleen de reactie blijft hangen. Ze kleeft aan zijn lijf. Het gejuich is onder zijn helm gekropen en het enthousiaste gestamp zit verstopt onder zijn borstplaat. Nikephoros. Zegebrenger.

Hoewel zijn harnas zwaar weegt op zijn schouders, beweegt hij met een zekere gratie die anderen missen. Naast hem valt iemand neer. Een bijl komt zijn kant uit. Hij duikt neer, zwaard stevig in zijn hand. Het voelt niet meer als doden. Het voelt louter als een zegeviering. De volgende komt zijn kant opgerend, gewapend met een drietand. Nikephoros doorboort zijn borstplaat nog voor de jongen zijn wapen kan heffen. En dan, temidden van de strijd, hoort hij het.

Natuurlijk hoort hij het. Het hele punt van de witte ruis is de filter.

De blonde lokken zag hij altijd, een baken in de wirwar van geweld. Ze waren oh zo zeldzaam, louter voor hem bestemd.

Nu zag hij ze niet.

Hij draaide zijn hoofd om, wanhopig zoekend naar zijn geliefde. De kreet klonk zo vreemd tussen al die wreedheid. Zijn zwaard glipte van tussen zijn handen wanneer Nikephoros naar hem toe rende. Hij spotte Agapétos een paar meter verder, verder dan hij had móéten zijn. Zijn blonde haren waren slechts luttele seconden van de bebloede grond verwijderd.

“Agepétos. Agepétos.

Of hij de woorden gezegd heeft, weet Nikephoros niet. Misschien fluisterde hij ze, misschien waren ze slechts een echo in zijn gedachten.

Het moest zo snel gebeurd zijn, tussen de ene dood en de andere door. Tussen een bijl en een drietand. Een pijl, sneller dan Apollo. Zelf Nikephoros had er niet aan kunnen ontsnappen.

Hij zakte neer op zijn knieën, ogen wijd open en mond hetzelfde. Zijn vingers wurmden zich langs de contouren van de borstplaat, voorbij de hardheid en de strijd, tot ze eindelijk zijn huid voelden. Nikephoros gaf niets om de oorlog. Hij gaf alleen om hoe zacht zijn geliefde is, zijn kloppend hart en de glans in zijn helblauwe ogen. Agepétos’ huid leek wel marmer naast de zijne. Zijn lippen, die uren geleden nog de lijnen van zijn lichaam zochten, openden zich moeizaam, op zoek naar een laatste ademhaling.

“Agepétos.”

Agepétos wilde hem niet aankijken. Hij trok aan Nikephoros’ arm met ogen die getekend waren door paniek, en Nikephoros, de zegebrenger, smolt als was zijn handen.

“Blijf,” prevelde hij. Zijn stem klonk zacht en zilver en gouden boven de witte ruis van de wreedheid. Hij fluisterde het zachtjes tegen Nikephoros’ nek, brandde de letters in zijn gebruinde huid. “Alstublieft.”

En dus stopte Nikephoros het gevecht, liet zowel zijn zwaard als de belofte van een zegeviering in de steek. Hij lag naast Agepétos, terwijl die uiteenviel op de ergste wijze mogelijk. Zijn handen knoopten zich in zijn haar, vingers gevangen tussen metaal en huid en zijn lippen verbonden met die van zijn geliefde.

Agepétos’ hoofd legde hij in zijn nek, zijn steeds kouder wordende neus tegen zijn sleutelbeen aangedrukt. Zo sliepen ze meestal, wanneer ze alleen waren in hun tent.

“Agepétos. Agepétos.”

Geliefde. Geliefde.

“Agepétos.”

Tot de witte ruis ook zijn ogen sloot.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Astrid
8 jul 2015 · 0 keer gelezen · 2 keer geliket