12 november

MDB
25 aug 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Het regende pijpenstelen toen ze werd gegrepen door die tram. Tram 24, om precies te zijn. Het was donker en haar brillenglazen waren helemaal aangedampt en volgedruppeld, zodat ze niets meer zag. Onzin, zegt de politie. Het was zelfmoord. Maar je moet zelf een bril dragen om te beseffen dat ze echt niets zag.

Vluchtmisdrijf is altijd een beetje moord. Als ik een moordenaar zou zijn, wat zouden ze me vragen? Hoe voelt het om een moord te plegen? Je moet zelf een moordenaar zijn om te beseffen hoe een moord plegen voelt. Net daarom heb ik films over moordenaars altijd rotzooi genoemd. Wat is moord? Een slagersmes pakken en iemand neersteken? Of je omdraaien wanneer je iemand dat ziet doen? Je ogen sluiten is altijd een beetje moord.

Er waren geen getuigen, die bewuste avond. Voor oude vrouwtjes die hun lelijke hondjes uitlaten was het al te laat op de avond, en voor feestende jongeren was het nog te vroeg op de week. Ik was daar, toegegeven. Op dinsdagen fiets ik door de stad. Zomaar. Zomaar, omdat een moord ook op dinsdagavond kan gebeuren.

Er waren geen getuigen. Alleen een tramchauffeur, zijn lege tram en de lege ogen van een dood meisje. Niemand had me gezien. Verdwijnen in de nacht was een goed plan. Ik trok mijn kap wat strakker over mijn hoofd en zette mijn fietslampjes uit, maar wegfietsen deed ik niet. Ik bleef kijken. Kijken naar de wanhopige tramchauffeur die het meisje een hartmassage gaf en in paniek naar het ziekenhuis belde. Je ogen sluiten is altijd een beetje moord. En toekijken, is dat dan geen moord?

Eigenlijk is het zonde, zo’n jong en dood meisje. En dat leek ze zelf ook te denken, want ze stond achteloos op, bedankte de tramchauffeur voor de goede zorgen en fietste verder. Neen, dat beeldde ik me in. Ik sloot mijn ogen enkele seconden en opende ze weer. Zou het niet mooi zijn als ze weer opstond? Zou het niet mooi zijn als omstaanders eens een keertje helpen wanneer iemand problemen heeft? Ik herinner me die keer dat we eens gingen dansen. Dansen, dacht ik. Leuk. We hadden afgesproken elkaar naar huis te brengen en onder te stoppen, als één van ons te veel gedronken had. Enkele uren later vond ik Augustientje met een gebroken neus tegen de gevel. Ze had geprobeerd twee kemphanen te kalmeren. En ik zit hier al een heel uur, huilde ze. Zonder enige hulp. Ik keek om me heen, waar niemand zich iets aantrok van de ellende die ik ondersteunde naar de ambulance die net aankwam. Toen Augustientje thuis in haar bed lag, ging ik terug om Mimi te zoeken. Ik struikelde en kwam niet veel later een tweede keer op de spoedafdeling terecht: op de bewakingsbeelden werd duidelijk dat Mimi al een kwartier op de grond lag.

Het meisje had even vrolijk krullende haren als Augustientje, en Mimi had dezelfde fiets en handtas. Misschien was het wel Augustientje die Mimi’s spullen bij zich had. Als ik een moordenaar zou zijn, dan zou ik een motief nodig hebben. Augustientje ging wel eens met de jongens lopen die ik leuk vond, dat wist ze. Oh, dan kon ik haar de haren uittrekken. Ik keek naar het meisje. Ondertussen was ze kletsnat en lag haar gebarsten bril naast haar hoofd.

Het was donker en haar brillenglazen waren helemaal aangedampt en volgedruppeld, zodat ze niets meer zag. Onzin, zegt de politie. Maar je moet zelf een bril dragen om te beseffen dat ze echt niets zag. Eigenlijk had ik ook niks gezien. Ik trek mijn kap wat strakker, veeg de druppels van mijn bril en draai me om, de nacht in. Ik heb niets gezien.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

MDB
25 aug 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket