3. Ik heb de film in mijn hoofd...

Kat.
19 okt 2024 · 19 keer gelezen · 2 keer geliket

Eén van de andere deelnemers haalde de eindmeet niet: haar lichaam was gevonden op enkele kilometers van haar stad, aan stukken gescheurd door een meute donkerdassen. Het nieuws werd haar aangeboden door een hijgende koerier. Cornélia dacht daar over na: ook de andere deelnemers waren goed opgeleide dieven. Een meute dassen vormde geen uitdaging voor hen.

Er waren nog nooit doden gevallen.

In de vooravond dook een tweede, bezwete en zuur ruikende koerier op voor haar tafel. 

Ze staarde hem aan. Slecht nieuws.

Haar werkdag zat er pas op toen de schemer al zijn intrede deed in de nauwe steegjes van Grensstad. Het was druk op straat, de inwoners kwamen nu pas buiten en de markt werd opgezet om tot laat in de nacht te blijven staan: in de hete zomerdagen werd het levensritme in de stad omgedraaid. Cornélia kocht een fris stuk watermeloen en koos daarna de smallere wegjes. Ze oogstte tal van bewonderende blikken, in haar korte zomerjurkje. Niemand vermoedde dat er een mes in haar handtasje stak. Ze hanteerde een mes met het duizendste gemak en geen enkel wit jurkje kon haar weerhouden dat mes te gebruiken als zij dat nodig achtte.

Zou jammer zijn van de vlekken, dat wel. In haar tastje stak, naast haar mes, ook een brief. Cornélia verliet alleen haar burcht in tijden van nood en verveling maar nu snakte ze naar een wandeling: ze zou de dieven opzoeken in plaats van hen tot bij haar te roepen.

Cornélia wist precies waar ze haar dieven moest zoeken. Voor een hoge, dubbele deur bleef ze staan. Elion was terug en dat zouden ze vieren tot niemand van hen nog een muntstuk over had. De Donderklif was de veilige haven: de Liga mocht er geen voet over de drempel zetten, de dieven zelf wel. Gesprekken over het 'werk' bleven uit. De herberg was tot de nok gevuld en het lawaai, de geur en de muziek sloegen haar hard in het gezicht. Ze nam de tijd om te wennen aan de schemer.

De dieven vormden een vrolijke, luidruchtige bende in de hoek achteraan, waar ze meerdere tafeltjes bij elkaar hadden gezet. Van het tafelblad viel niks meer te zien: overal stonden er kruiken, glazen, borden en kommen waar ze gretig in graaiden. Ze brachten de ene toost na de andere uit, klinkend op Elions gouden medaille. De dief zelf had er geen oren naar.

Hij was bezig.

Volledig in beslag genomen.

Hij zat in ontbloot bovenlijf, op de schoot van een jongen, hartstochtelijk te kussen. Cornélia trok verbaasd haar wenkbrauwen op. Ze hield er niet van als haar dieven er een relatie op na hielden, liefjes leidden hen af van het echte werk. Ze herinnerde zich het gesprekje tussen Alex en Elion. Ze dacht opnieuw aan de opmerking van Gildar.

'Dus toch.' Serafijn, de oudste zoon van de waardin. Ze kende hem wel. Hij en Elion sleten hun leven met elkaar, beste vrienden. Ze vermoedde al jaren dat de jongen smoor was op Elion, over de wanneer en de waarom Elion overstag was gegaan, daar had ze het raden naar. Cornélia bekeek het tafereel en dacht er zo het hare van...

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Kat.
19 okt 2024 · 19 keer gelezen · 2 keer geliket