Het kon ook zonder morren
de wind die door de hoge bomen speelde was deelbaar
de takken robuust genoeg
in de versnelling de drank
het witte schuim van verveling
als werd vooraf gezocht naar de wolf in het kegelspel.
De avond verbond. Er kon teruggekeerd.
Het kon ook zonder morren
het vers kwam niet op de eerste bladzijde
de zinnen wilden vergoten
het bloed van een erg zoete veeg plakte
aan de tanden van hen die verachtten
als werd vooraf gezocht naar de luis in de stam.
De bundel verslond. Er kon teruggekeerd.
Het kon ook zonder morren
twee bladzijden regen en vier druppels op het kegelbord
het schuim op de versnelde monden
de planken robuust genoeg
de wolvenbeet in de deelbare vloeken
als werd vooraf gezocht naar de stoppels in de witte haard.
De luis bestond. Er kon teruggekeerd.