'Ooit stonden de jonge mannen aan te schuiven om hun Energie aan Azamerik te geven, het is een hele eer. Energie is leven,' zei de vriendelijke stem dromerig.
'Energie is leven!' brulde de rest gehoorzaam, zo hard dat Elion ervan schrok.
'U en ik lazen een ander geschiedenisboek, meneer. Ik kan me niet voorstellen dat het helemaal vrijwillig gebeurde. Azamerik ronselde gewoon zijn maaltijden, zo stond het in mijn boek ' sputterde hij tegen, met de nadruk op 'mijn'. 'Trouwens, ik gaf mijn hart al weg aan een barman.' Deze opmerking zorgde voor enige beroering in de groep. Ze mompelden ongerust.
'Lafyra beticht ons van samenwerken met Volk als hij geen hart heeft, Blauwoog,' fezelde een geknakte gestalte bang. Blauwoog bukte zich en drukte zijn oor tegen Elions borst.
'Ik hoor het kloppen,' stelde hij tevreden vast. 'Niet liegen, jonge dief, dat is niet netjes.'
'Ik bedoelde alleen dat ik verliefd... oh, laat maar,' mompelde Elion onthutst. Het begon hem langzaam te dagen dat de groep het meende. Lafyra de waanzinnige sleep waarschijnlijk al haar hellebaard. Hij kende de beelden uit de boeken, van de krijsende slachtoffers op haar slachtbank en hoe ze met één houw hun borstkas brak. Hij zette het beeld snel van zich af... Er zat een vervelend misselijk gevoel in zijn buik, een pijnlijk heet knopje, net onder zijn middenrif.
'Kijk niet zo bang, er is niks om je zorgen over te maken. En als je heel eerlijk bent, Elion, heb je het toch ook een beetje aan jezelf te danken: de borden aan de poort zijn daar gezet met een reden. Kan jij lezen?' sprak Blauwoog vaderlijk.
Elion knikte schoorvoetend.
'Dan is het arrogant om te denken dat die waarschuwingen niet voor jou gelden. Waar kwam je voor?' Blauwoog tuurde in de rugzak. Zijn gezicht vertrok in een komische grimas van pure verbazing. Elion schoot in de lach, hij kon het niet helpen. Zijn hoofdpijn explodeerde met een knal, alsof zijn ogen zo uit hun kassen plopten. Hij drukte zijn hand tegen zijn hoofd in de hoop zijn hersenen op hun plek te houden.
'Wat moet jij met een schedel?'
'Niks, het was mijn opdracht.' Cornélia onder ogen moeten komen met lege handen klonk hem even afgrijselijk in de oren als zijn hart uitgerukt worden. Blauwoog streek in gedachten verzonken langs de stoppels op zijn wangen.
´Ik ken het lichaam dat erbij hoorde, enkele maanden terug liep het nog vrolijk rond.'
'Ie is pas dood?' hakkelde Elion ontzet, zonder zijn blik van zijn rugzak te halen. 'Hoe dan?'
'Precies zoals dat beeld in jouw hoofd, jochie. Lafyra kreeg hem te pakken. Niet iedereen kent de sluiproutes. Hij liet zich vangen, in vol daglicht. Doodsbang was die stumperd, doodsbang was hij.' Blauwoog schudde droevig zijn hoofd. 'Enkele uren laten vonden we zijn lichaam, zonder hoofd, terug in de Put. Zijn ledematen zijn intussen verdeeld.' Blauwoog wees gul naar de verzamelde Putters, de bevestigend maar met gepaste droefheid knikten.
Elions blik gleed omlaag. Zijn adem stokte in zijn keel toen hij haastig een stap naar voor zette. Hij stond op een massagraf... hij had altijd gedacht dat de laatste dode van eeuwen geleden dateerde. Hij had het mis. De groep Putvolk gniffelde vrolijk om zijn weerzin. De modder zoog zich gretig vast aan zijn schoenen.
'Het was een architect van het Trappendal.' Blauwoog krabde in zijn haar. 'Geen idee wat die hier deed.´ Het was een vraag, alle ogen keken Elion verwachtingsvol aan.
´Kweenie, ik ben geen Trappendaler, ik woon in Grensstad. Leverde u hem ook uit?' Elion likte zijn droge lippen, de angst zat als een stevig klompje in zijn onderbuik.
'Ja, het is onze plicht om indringers af te geven.' Blauwoogs gezicht vertrok in een gekwelde grimas. 'Ik wou dat het niet zo was. Jij klimt wel uit de Put, Elion. Je kijkt koppig genoeg. Kom, Lafyra de Waanzinnige verwacht je.'
'Laat hem los, Blauwoog,' blafte een hese stem uit de duisternis.
(Wordt vervolgd, nog een stukje of drie. Bedankt om te lezen!)