De klok tikt
mijn hart bonst
De moed is nog niet thuisgekomen
hij staat nog in de straat
De vogels blijven zitten
pikken aan zijn voeten
Maar hij blijft staan
de stilte is oorverdovend
In mijn deuropening
sta ik
Ik kijk naar moed
moed smelt
en zakt
en valt maar
Hij is een plas gesmolten moed op de straat
Zijn ogen zien me niet meer
maar hij is nat en doorweekt
GESMOLTEN