Alleen wij samen

14 jan 2019 · 40 keer gelezen · 1 keer geliket

Hier sta ik dan met ontbloot bovenlijf… En hangende borsten. Twee verlepte stukken huid, ontdaan van vrouwelijke trots. Verloren speelsheid… Niet dat Gerard er ooit iets van zegt.

Uiteindelijk is niks nog wat het ooit was. Is alles anders. Ook zijn handen.

Naar mijn gezicht kijk ik niet. De spiegel zou niets verbergen. Ik weet wat er te zien is. Elke rimpel, elk litteken, elk vlekje vertelt dat ik geleefd heb. Lang geleefd. Lang genoeg om de vergane glorie te aanvaarden. Of zoals hij zegt om terug te reizen naar mijn meisjesjaren.

 

Ik zucht. Wat doe ik hier ook alweer?

Met bevende hand pak ik de waslap van de lavabo. Ik wrijf traag over mijn gezicht. De droge stof schuurt. Er ontbreekt iets. Aarzelend glijden mijn ogen over de dingen onder de spiegel. Er staan maar weinig spulletjes. Wat moet ik nu? Dat blauwe flesje, dat is toch wat Gerard altijd gebruikt? Waar blijft hij trouwens? We doen toch gewoonlijk alles samen? Sinds kort ook het wassen. Mijn Gerard draagt sindsdien weer zijn slagersschort, maar nu onberispelijk schoon, zonder vlekken van de geslachte beesten. Het staat hem zo charmant. Zo knap met zijn donkere haren en zijn groene ogen.

Weifelend pak ik het flesje, haal het dopje eraf en spuit een toef zeep op mijn hand. Net als ik het schuim wil opbrengen, wordt de deur geopend. Een koude rilling trekt over mijn rug. De jonge vrouw glimlacht.

“Martha, lukt het? Oh, neen! Dat is scheerschuim! Wie heeft er die fles op jouw kamer gezet? Hoe stom kunnen ze zijn?”

Ik begrijp er niks van. Wat moet die vrouw hier? En wat doet zij met Gerards slagersschort aan? Waar blijft Gerard verdomme? Waarom grijpt die meid mijn arm vast? Wat denkt ze wel?

“Kom Martha, dat maken we snel even in orde.”

Oh, neen, dat maken we niet in orde. Ik wil Gerard. Als die meid denkt zich met mij te bemoeien… Met wat moeite veeg ik het schuim op haar arm. Probeer me dan uit haar greep te bevrijden.

“Toe Martha, wees eens lief. Ik wil je alleen maar helpen…”

“Ik hoef je hulp niet! Ik wil Gerard! … Gerard! Gerard! Help mij, Gerard!”

Ik schreeuw de longen uit mijn borstkas. Hij moet me horen nu.

Een ogenblik later staat hij er. In hetzelfde slagersschort als de vrouw. Is zij een hulpje misschien? Dat wist ik niet.

“Dag Martha, ik ben er.”

“Ze denkt dat je haar echtgenoot bent, niet?” zegt het hulpje.

Gerard glimlacht en knipoogt.

“We hebben het samen altijd goed kunnen vinden, Martha en ik. We kennen elkaar al een poosje… laat ons maar begaan…”

Zie je wel, echt mijn Gerard. Twee zinnen uit zijn mond en de jonge vrouw druipt het af.

 

Vol vertrouwen laat ik het waslapje over mijn gezicht glijden, over mijn armen, over mijn slappe borsten.

Ik ben gelukkig met Gerard, alleen wij samen…

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

14 jan 2019 · 40 keer gelezen · 1 keer geliket