alsof
het was alsof het gisteren was
zo dichtbij, van eenzelfde klets
mensen konden het, dreunen
hun woorden kapten erin
losjes, vanuit beleving, beperkt
hun wereld, vaak flamboyant
in schittering mondiger, flagranter
niet te voelen hoefden zij muren
met alleenrecht worstelen, ook niet
zij kletsen maar wat, hun toegestaan
immers voortvarend, sterke schoenen
niets knelde, alom vernietigen mocht
het was alsof het gisteren was
zo dichtbij, die vernietigende klets
flagrant, mijn wereld herschikte zich
hun woorden kletsten me terug
losjes schitteren, mensen konden het
tussen mijn muren, naar alleenrecht
flamboyant, kon ik met hen kappen
er mondiger worden, er worstelen
in verlangen naar sterke schoenen
voortvaren, al knelde veel, er dreunen
het was me er toegestaan, mijn wereld
nimmer beperkt, ik was er dichtbij