Ik voel pijn.
Ik voel verdriet.
Ik voel gemis.
Ik voel kwaadheid.
Ik voel machteloosheid.
Ik voel radeloosheid.
Ik voel angst.
Ik voel onduidelijkheid.
Ik voel zwaarte.
Ik voel zwakte.
Ik voel onrust.
Ik voel vermoeidheid.
Ik voel ontroostbaarheid.
Ik voel dankbaarheid.
Ik voel geborgenheid.
Ik voel hoop.
Ik voel zoveel
dat ik niets meer voel.