'Vrede is onze weg, ga door’, zongen we toen we zes waren. Aan weerszijden van de kooromgang stonden we in twee rijen, witte kleedjes achter elkaar, van klein naar groot. Onze diademen drukten achter onze oren. We waren jaloers op de meisjes die ‘wafeltjes’ in hun haar hadden laten stijlen bij de kapper. Ze leken op zangeressen en actrices. Ik geloof niet dat de nonnen het goed vonden. We deden ons best om niet te wriemelen.
De kadans van het lied kan ik nog steeds oproepen. Een lied over vrede dat klonk als een mars.
Elke heuvel moet geslecht
elke bocht moet recht
gedempt moet elke kuil en elke voo-oor
Elk voor zich wordt ongedaan
geen geweld zal nog bestaan
Vrede is onze weg, ga door
Ik vond het best eng: geslecht-recht-kuilen gedempt. Vrede is geen slordig hoopje aarde maar alles vlak. Geen fouten maken. Hebben mensen dan wel plezier? En wat betekende die voo-oor met de vier o’s? De juf had het uitgelegd, het was iets met een ploeg. Geen team, een ploeg uit de landbouw. Alleen de meisjes die op een boerderij waren opgegroeid, wisten wat ze bedoelde. We hadden eindeloos geoefend in de kerk: onze stem moest eerst de berg op en dan weer zakken. Voó-oor. Het moest goed zijn, onze ouders kwamen kijken.
Trek een spoor van hoop op een nieuwe tijd
Vrede, recht en veiligheid, zongen we.
"We mogen dan wel niet in oorlog zijn, het is zeker ook geen tijd van vrede,” zei secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte in december vorig jaar. “De veiligheidssituatie in Europa is zonder twijfel de slechtste in mijn leven”, vond hij. De Europese Commissie adviseerde burgers een noodpakket in huis te halen waarmee je 72 uur kan overleven zonder hulp van buitenaf. Argentinië zou de beste plek zijn om een nucleaire winter te overleven, klinkt het bij preppers. Ik werd me bewuster van die 80 jaar vrede in Europa, zoals je pas na een goede griep weet wat gezondheid is.
80 jaar vrede, een oudje dat gezapig verder strompelt. Het van weed doordrongen peace and love. Of een café: in Frankrijk zijn er tientallen Café de la paix. Van een bar-tabac op het platteland tot een statig restaurant in Parijs. Café de la paix is nog iconischer dan café de la gare of café de la poste. De vrede geeft het iets gewichtigs, monumentaals. Maar ‘paix’ betekent ook ‘rust’ in het Frans. Ik stel me een kroeg voor waar elke minuut er vijf lijken, waar elke taak godslastering is. Waar je kan schuilen voor de loden hitte in de zomer, al hangt er geen airco.
Stamgasten prevelen er hoe ze de liefde misliepen, met een zware ziekte omgingen of lijden onder hun werk. De hoge facturen van het leven liggen er op tafel. Er is plezier en er valt al eens een scheef woord, soms zelfs een klap. Maar in een dorp of wijk heb je niet veel keuze: je keert terug naar die ene bar, in goede en in kwade dagen.
Uit het lied van mijn communiemis blijft me een mooi beeld bij : Ga dan op weg in een lange stoet. In mijn gedachten kwam onze rij los van het koor en stapte ik met mijn klasgenoten het schip van de kerk door. We zwaaiden nog eens naar onze ouders voor we de tocht aanvatten, weg uit het land van meer en meer. Al snel hadden onze mini-bruidskleedjes een boord van modder. Volgens het lied moesten we mensen de vredesgroet brengen. Misschien zou ik met hen in zee zwemmen of samen een zandkasteel bouwen.
Vijfendertig jaar later ga ik op weg. Via Bordeaux het binnenland van Frankrijk in. Met de trein en per fiets reis ik langs verschillende Café de la paix. Meer dan op een vredesgroet, hoop ik op fijne ontmoetingen en interessante gesprekken. Het verslag waait u weldra tegemoet.

