Au Café de la paix (2) - Lampenroetzwart

Pons
31 jul 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

‘Une place pour chaque chose et chaque chose à sa place’, zei mijn opgewekte juf Frans vroeger. Haar woorden indachtig ruim ik mijn appartement op, voor ik op reis vertrek.

De aanschaf van een nieuwe lamp zet een domino-effect in gang: dat prachtexemplaar komt pas echt tot zijn recht als ik mijn tafel vrijmaak. Maar de verftubes, balpennen, toneelkijker, verdwaalde paperclips, post-its en brochures moeten wel ergens naartoe. Mijn plastic ladenkastje met schildergerei zit propvol. Net als de boxen tegen de muur en het onderstel van de boekenkast. Een grondige opruimactie dringt zich op. Noem het herinrichten en het klinkt al een pak spannender. Ik ga voor een woonkamer zoals je die ziet in de weekendbijlage van de krant. 

Een goed plan wanneer je er door de jaarlijkse feestelijkheden in de stad overdag wat wazig bij loopt. Of toch niet. In een poging efficiënt te zijn en dingen te verzamelen die op dezelfde plek horen, heb ik mijn handen vol voorwerpen die toch niet bij elkaar passen. Op de vloer groeien de hoopjes ‘weggooien’, ‘bewaren’ en ‘weethetnogniet’. Het ene moment rijg ik handelingen aaneen in een vloeiende beweging, het opbergen wordt bijna een dans. Het volgende moment vraag ik me af hoe ik de chaos ooit nog kan beteugelen. 

In het kastje met schildergerei breekt een zakje zwart pigment open. Ooit schilderde ik met ei-tempera zoals mijn grote voorbeeld Norbert Schwontkowski. Lampenzwart of roetzwart is pure koolstof, gewonnen uit de verbranding van olie of hout. Je houdt een stuk metaal in de vlam en schraapt er het roet van af. De korrel is zo fijn dat het pigment in lawines langs de plastic wanden van de lades glijdt en zich aan elk voorwerp hecht. Om de vijf seconden moet ik het zwart van mijn vingers wassen. Op de vloer ontstaat een grijze laag. Ik ben met mijn pantoffels in het pigment getrapt. Mijn voetsporen gaan alle kanten uit, als iemand die ergens van wegvlucht maar ter plekke blijft trappelen. ‘s Avonds snuit ik een zakdoek vol lampenroetzwart.  

Ik zet de tv aan om het routineuze werk te doorbreken. Zo, nu is ook de afstandsbediening ‘besmet’ met het zwarte spul. Op het scherm verschijnen uitgemergelde kinderen met te grote hoofden en ogen, een opgeblazen buik en stokkebeentjes. Hoewel we het allemaal al zolang weten, blijft het ondraaglijk en surreëel. Dat een kind met de proporties van E.T. nog leeft, en hoe zinloos het lijdt. Ergens op een klein stuk grond drinken mensen zout water opdat hun ingewanden niet zouden rotten. De honger is er onontkoombaar lampenroetzwart.

Ik poets en orden wat ik kan ordenen. Na vier keer dweilen glimt de vloer leugenachtig. 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Pons
31 jul 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket