Ik ben een banaan
die je koopt voor een euro
bij de kiosk van het station.
In plaats van een snicker.
Op een dag komt een moeder met een jongen
de kiosk binnengelopen op zoek naar warmte.
'Ik heb honger,' zeurt de jongen.
'Ik wil een snicker!'
Maar de moeder pakt mij uit de bak.
De jongen begint met me te schieten.
Paf, paf, paf.
De reizigers ontwijken mijn schoten.
De NS trein rijdt het station binnen.
'Kijk mama, een grote, gele banaan.
Hij glijdt naar ons toe.'
'De jongen en de vrouw stappen in.
De deuren gaan dicht.
We glijden door het landschap.
De conducteur komt de kaartjes controleren.
'Wat heb je daar een lekkere banaan!'
Die ga ik opeten, zegt de jongen.
Lekker. En ik knip jullie kaartjes.
Het pistool van de conducteur doet knip, knip, knip.