Over smaken en seksuele voorkeuren valt niet te twisten. De ene valt in zwijm voor hoogbejaarde, West-Vlaamse dames met een maatje meer. Sommigen geilen op nauwelijks meerderjarige schandknapen met drie tepels. Nog anderen zweren bij Thaise ladyboys. Alles kan in onze liberale samenleving.
Maar wat doe je als je verliefd wordt op de Berlijnse Muur? Het overkwam Eija-Riitta Eklöf die in 1979 trouwde met de beruchte fysieke grens tussen Oost- en West-Berlijn. De Berlijnse Muur was met zijn 18 lentes net meerderjarig. Eklöf was 24, en vond de Berlijnse Muur 'de beste en meest sexy muur van de hele wereld'. De Chinese Muur mocht er ook wezen, maar leed aan overgewicht.
Het geluk van de mens en de muur was echter van korte duur. In 1989 werd de Berlijnse Muur vermoord door een woedende menigte. Sindsdien gaat mevrouw Eklöf-Berliner-Mauer door het leven als een treurende weduwe.
Ze is niet de enige die een relatie aanknoopte met levenloze voorwerpen. Samen met Erika LaBrie (beter bekend als mevrouw La Tour Eiffel) was Eklöf lid van een organisatie voor objectseksuelen, zeg maar: iedereen die wel eens droomt van een stevig nachtje uit met die lekker glimmende brievenbus van de buren.
Objectseksualiteit is de meest komische en de meest tragische van alle geaardheden. Maar objectseksualiteit is ook buitengewoon onpraktisch. Hoe hard ik ook mijn best doe, ik kan mij niet voorstellen hoe een poliamoureuze LAT-relatie met de porseleinen kopjes van mijn oma in zijn werk zou gaan. Moet ik het gewoon zeggen als ik haar servies meeneem voor een intiem moment in de sauna? En waaraan kan ik mij verwachten als oma, die slechtziend is en de bibber heeft, ongewild de kopjes in duizend stukjes laat vallen? Dan breekt ze niet enkel een kostbaar erfstuk, maar ook mijn hart. Oma is dan niet langer de ietwat bazige hoogbejaarde vrouw die ze is, maar de moordenaar van mijn seks/levenspartner. Al mag zij dat laatste natuurlijk nooit weten.
Toch zie ik ook enkele voordelen aan objectseksualiteit. Alles hangt natuurlijk af van de aard van het begeerde object. Een roomsoesje is te kwetsbaar, een dolk te gevaarlijk. Als ik objectseksueel was dan zou ik een baksteen aan de haak proberen te slaan. Een baksteen is immers betrouwbaar, voorspelbaar, en een veilige steunpilaar voor een warm huis. Bovendien moet ik niet langer geld verspillen aan voorbehoedsmiddelen. In tegenstelling tot mensen en andere dieren verspreidt een baksteen immers geen gevaarlijke SOA's als syfilis, hiv of kinderen.
Maar er is meer. Een baksteen stinkt 's morgens niet uit zijn bek. Hij koestert geen gevoelens voor anderen en een eigen wil is hem onbekend. Hij heeft geen hoofdpijn als ik met hem wil vrijen. En als iemand mij lastig valt tijdens de jaarlijkse rellen op de Turnhoutsebaan kan ik hem gebruiken om eventuele belagers de tanden uit hun muil te meppen.
Maar bovenal zijn bakstenen vervangbaar en goedkoop. Ze zijn de ideale partner voor wie geen tijd heeft voor de liefde, de droomliefde van slachtoffers van onze doorholeconomie. Niet moeilijk dat ik een boontje heb voor bakstenen. Alleen jammer dat ik er geen in mijn lievelingsmaten vind.
Pieter Van der Schoot