Hoi Stijn,
Een tijd geleden schreef je in Charlie Magazine een brief aan je extraverte tegenpool Emilie. Hoewel die brief niet voor mij bedoeld was kreeg ik er kippenvel van. Ook ik ben introvert en heb me daar lang voor verontschuldigd. Ja, zelfs geschaamd.
Je vertelt in je brief over een feestje waar je met jezelf geen blijf weet. Je wil wanhopig meepraten, maar om één of andere reden blokkeren je hersenen, verandert je tong in een stoffige lap leer en sta je te dralen in een hoekje.
Je zit zo in je hoofd te zoeken naar dat gevatte antwoord op die onverhoedse vraag, dat de conversatie al lang is voortgekabbeld naar het volgende oppervlakkige onderwerp. Je wacht en wacht en wacht op die ene vette schijf die je benen eindelijk ritmisch richting dansvloer zullen stuwen, maar je blijft tegen de muur plakken als een verlegen bloempje. Je zit zo in je hoofd opgesloten dat de feestgangers de indruk krijgen dat je hier tegen je zin staat. Dat je het feest oersaai vindt en zo snel mogelijk weer naar huis wil. Terwijl jij je als een opgejaagd hert voelt dat naar de koplampen van een aanstormende vrachtwagen staart.
Weet Stijn, je bent niet alleen. Ook mijn hersenpan kookt over op zo’n moment. Ook mijn tong plakt kleverig tegen mijn verhemelte. Ook ik vlucht naar het toilet, omdat dat de enige sociaal aanvaarde manier is om even alleen te zijn. Of check voor de duizendste keer mijn Twitterfeed, ook al ken ik alle tweets van het afgelopen half uur ondertussen vanbuiten. Of, godbetert, ik bestel nog een pintje, want dat zal mijn tong wel losmaken.
Jouw brief in Charlie Magazine past binnen het thema schaamte. Je biecht er zelfs in op dat je jaloers bent op het extraverte soort. Je mist hun spontaniteit en ze lijken altijd wel een pasklaar antwoord te hebben. Ook ik heb me lange tijd gespiegeld aan mijn extraverte medemens. Maar Stijn, waarom zouden we ons ongemakkelijk voelen over ons stilzwijgen? Waarom zouden we er ons om schamen? Waarom zouden we welbespraakte babbelaars benijden?
Want er zijn zoveel voordelen aan introversie en stilte. Nee, we weten niet hoe we met small talk om moeten. We kunnen geen kwartier over een bewegende grasspriet praten. Een oppervlakkig praatje sterft bij ons snel een stille dood. Maar we zullen wél aan je lippen hangen als je ons vertelt wat je écht boeit. Waar jij warm van wordt. Waar je wakker van ligt. Nee, we zullen je geen raad geven. Maar we kunnen ons in jouw schoenen verplaatsen en je een luisterend oor bieden, want dat is wat je écht nodig hebt.
Ik weet, het is sociaal niet aanvaard om stil te zijn. Om te observeren en te reflecteren. Want zo geraak je nergens in het leven. Het zijn de haantjes en roepers die gehoord worden. Zwijgen wordt beschouwd als een zwaktebodof als arrogantie.
Maar misschien wordt het tijd dat we daar verandering in brengen. Dat we de voordelen zien van introversie en stilte. Dat we trots zijn op wat we kunnen: luisteren, observeren, reflecteren, absorberen, nuanceren. Het zou een welkome verademing zijn in deze gejaagde wereld waar je te pas en te onpas een mening klaar dient te hebben.
Zullen we op het volgende feestje tezamen tegen de muur staan als twee stille observators en af en toe een betekenisvolle blik naar mekaar werpen? Want meer hebben wij niet nodig om elkaar te verstaan. En dat is genoeg.
Je geestverwant,
Het stille meisje