27
De klok slaat 22 uur, ofte tien uur in de avond, en Célestine haalt een groot pak tevoorschijn. Hoe ze het al die tijd kon verbergen heeft iedereen het raden naar, maar ze overhandigt het aan Reginald.
‘Omdat ik hier toch te gast ben, heb ik voor de heer des huizes een kerstcadeau meegebracht. Doe het maar open,’ zegt ze.
Reginald opent het pak en het blijkt dat Célestine de voorbije weken Billy heeft uitgevraagd over de familie, wie ze zijn en wat hen drijft. Om hen toch een mooie kerst te kunnen bieden. Reginald is nu een Roy Orbison-platencollectie rijker. Hij is er van aangedaan, maar zijn blik verstart zich na twee seconden.
‘Brol,’ zegt hij.
Célestine weet niet wat ze hoort.
‘Als ge echt de pieren vanuit Billy zijn neus hadt gehaald in plaats van wat ditjes en datjes afgeschraapt te hebben, dan hadt ge geweten dat wij hier zodanig verpauperd zijn dat wij geen pick-up hebben.’
Billy pikt in, Célestine proberend gerust te stellen.
‘Ge hebt malchance dat de oude pick-up kapot is. Dat ding heeft tien jaar langer dienst gedaan dan zou moeten, maar nu vinyl weer in opkomst aan het komen is, zijn nieuwe pick-ups te duur. Maar ik denk dat pa wel apprecieert dat ge aan hem gedacht hebt, hé, pa?’
‘Gij moet uw muil houden, schoolmeesterke,’ zegt Reginald.
Jules grinnikt.
‘Schoolmeesterke,’ herhaalt hij.
Nochtans is het cadeau van Célestine echt niet zo ondoordacht als Reginald laat uitschijnen. Zoals zoveel mannen van die leeftijd, met al dan niet onvervulde dromen, spiegelt ook Reginald zich aan een muzikant en dat is, inderdaad, Roy Orbison.
Toen de carrière van Roy Orbison zijn zenit had bereikt, was Reginald nog een jonge snaak. Gelukkig voor hem was hij toen nog gezegend met een bos ravenzwart haar dat, middels enkele potten gel per maand, in Orbison-vormen kon worden gedwongen. Uit de Paasfoor had hij een zonnebril vandaan en zo had hij zich al gauw een imago aangemeten als Roy Orbison uit de Sarma. Net als zijn idool droeg hij ook een Maltees kruis, al kon hij zich daar thuis niet mee vertonen. Dat Maltees kruis dat Orbison en dus ook Reginald droeg, was immers identiek aan het IJzeren Kruis van de Duitsers en alhoewel Jules het nooit voor vreemde culturen heeft gehad, nam zijn haat jegens alles wat Duits is epische proporties aan. Toen Reginald bij De Post begon, droeg hij dat kruis nog steeds, tot de Eerste Postman dat in de gaten kreeg en dit aan de adjunct-controleur wereldkundig maakte en Reginald dit vanaf toen ook moest achterwege laten. Het was Reginalds eerste, maar hoegenaamd niet laatste kennismaking met het perfide karakter van de posterijen en al wie daar tewerkgesteld was.
Zijn oudste zoon had hij Roy willen dopen, maar dat was buiten de ambtenaar van de Burgerlijke Stand gerekend, wanneer hij in 1979, toen hij zijn eerstgeborene wou aangeven, op een njet botste toen hij langs zijn toch wel formidabele neus weg vroeg of hij zijn tweede, als er een tweede zou komen, Orbison kon dopen. Een ambtenaar in die tijd hoefde zich nog niet te veel van mondige burgers aan te trekken en ook fysieke dreigementen maakten geen indruk op de fors uit de kluiten gewassen inktkoelie waar toentertijd meerdere Reginalds in gepast zouden hebben. Op dat moment kondigde de radio-omroeper aan dat de plaat die tijdens het daarop ontstane tumult speelde, Love Really Hurts Without You van Billy Ocean was, waardoor het lot van Billy’s voornaam werd bezegeld.