Een week lang ben ik nu thuis. Mijn studenten krijgen herhalingsoefeningen maar ik voel dat ook zij andere prioriteiten hebben. Kan ik het hen kwalijk nemen? Interviews voor mijn projecten staan op een laag pitje maar het schrijfwerk vordert. Eerst voelde het aan als een weekje vrijaf. Even tijd voor mezelf, wat opruimen en hopen dat de lente die week in mijn tuin en mijn woonkamer zou landen. Mijn uitstelgedrag viert nu hoogtij. Waarom vandaag iets doen als ik het de komende vijf weken nog kan doen? Mijn kat heb ik nog nooit zo krols gekend. Dag en nacht heb ik een maatje dat ik niet kan besmetten en dat mij ook niet kan besmetten. Dat is een meevaller want mijn vriend zit op kilometers knuffelafstand. Toch begint het sinds vandaag te knagen. Vandaag. Een zondag dan nog wel.
Ik merkte dat ik overmatig naar alle nieuwsbulletins en nieuwsoverzichten keek. Om op de hoogte te zijn. Ik zat op zo’n hoogte dat mijn humeur diep naar beneden donderde. Ik merkte dat Martine Tanghe niet meer op televisie verscheen en dat Wim, Hanne, Goedele, Fatma en Xavier al het werk deden.
Ik zie nu ook de meest vervelende filmpjes die mensen facebooken en instagrammen. Veel kinderen, weinig kleur ook. Vreemd is dat. BV’s zijn me al snel gaan vervelen. Ik heb het niet zo met die ik-cultuur. Ik wou dat ik alle social media kon deleten. Mensen klagen en klagen en klagen. Stop met zagen, zeg!
Het blijft een vreemde belevenis. Ik voel dat ik me moet behoeden tegen somberte. Niet te veel nadenken. Af en toe een luchtje scheppen. Een uurtje wandelen door de buik van mijn leeg Brussel. Een fotootje hier, even stilstaan daar, iets opmerken waar ik al jaren stom voorbijloop. Details. Gisteren is hetzelfde als vandaag en morgen. Thuis kan ik al eens een dansje doen op discomuziek. Horen dat Donna Summer duizenden telefoontjes pleegde, zoveel dat ze bijna de telefoon van de muren belde. Alleen maar om een hete bok te vinden. Britney Spears wil het met vier doen, Anita Ward wil het op de zetel doen (de afwas kan wachten) en ook de onschuld in sommige ABBA-songs is voorgoed voorbij. En dat is het juist: in quarantaine krijg ik meer oog en oor voor detail. Daar ligt de essentie.
Ik kijk vaak door het raam en ik merk vele dakloze mensen. Een jonge vrouw gehuld in een donker gewaad wast zich discreet aan de waterfontein van Vivaqua. Een oudere man duikt in een vuilnisbak maar vindt niets. Op straat zijn geen sigarettenpeukjes meer te vinden en moeten de bedelaars het hebben van de enkele wandelaars en de luchtscheppers. Maar niemand deelt nog. De straten liggen er proper bij, wat voor Brussel een uitzondering is. Gaan we binnenkort een massale sterfte van duiven kennen? De stilte in de straten is uitzonderlijk. Meer dan stilte is het rust. Brussel gromt en toetert niet meer maar ruist over haar straten.
Wat blijft er nog over? Lezen. Schrijven. Studeren. De klassieke bezigheden die ik me nog herinner uit de jaren ’70. Niet al te veel nadenken, herhaal ik voortdurend. Ik moet de moraal omhooghouden. Ik besef dat de wereld op was. Uitgemergeld en opgebrand. Dat het niet meer kon. Niet ik, niet u, niet wij. Niemand kon nog. Ieder van ons zal veranderd zijn. Aangetast. Besmet. Gebroken misschien. Maar wel veranderd. Hoe we die verandering gaan invullen, moeten we nu al invullen. We moeten ons nu herprogrammeren. Onszelf in die planning van de dagelijkse quarantaine-routine zetten. Nu.
Leren terug naar de essentie te gaan. Dat is het uiteindelijk. In detail gaan. Wat overbodig was, weggooien. Na versie 2.0 van onszelf, versie 3.0 inschakelen. Misschien 4.0 of meer. Niet meer ingaan op gemakzucht, geen trollenoorlog voeren, mensen die je niet aanvoelt geen aandacht geven en geen nutteloze aankopen doen om je psyché te bevredigen. Inzetten op onszelf zonder egoïst te zijn.
Na deze crisis zal de wereld opnieuw opstarten en zullen we deze uitzonderlijke tijden snel willen vergeten. We gaan dan opnieuw naar deadlines, burn outs en virtuele scheldtirades. Naar overconsumptie, onszelf vetmesten met slechte voeding en vechten voor onze plaats in de maatschappij. We staan nu op ons scherpst. Maak er gebruik van. En doe al eens een born-to-be-aliveke in de living, want daarvoor zijn we hier toch, neen? Om te leven. En het is nog plezant ook!