Nadat wij nu al een aantal jaren op Tenerife aan de zuidelijk gelegen Costa del Silencio overwinteren, lijkt het voor ons een beetje op een jaarlijks thuiskomen.
Het hotel dat al sinds zeven jaar, na een faillissement, nog steeds in de eerste bouwfase staat, lijkt jaarlijks meer en meer op een open, skeletachtige ruïne. De Canaries mikken nog steeds hun sigarettenpeuken in de bloemperken, zodat er tussen de lavakorrels en de zorgeloos bloeiende bougainvillea, de hibiscusstruiken, de yucca’s en de palmbomen al een hele filterasbak ontstaan is. Ja, wat maakt een beetje meer of minder as uit op dit vulkaaneiland… Overal in ons vakantiecomplex hangen er grote viertalige aanplakborden waarop staat, dat op straffe van een flinke geldboete, men de hond alleen aan de lijn mag uitlaten en de uitwerpselen door de eigenaars moeten opgeruimd worden. Zulke regelgeving wordt door de ‘locals’ finaal genegeerd. Overal zie je onaangelijnde kleine keffermormels, liefst in het midden van het witte betegelde voetpad , vrolijk hun stinkende drollen leggen. De urbanisatie is en blijft nog steeds het loslopende kattenwalhalla. Ook de Duitse rolstoel invalide woont nog steeds aan de overkant van ons vakantiehuisje. Elk jaar wordt zijn voorhoofd groter, zijn vieze miezerige paardenstaartje langer en ziet zijn huid er meer en meer verschrompeld en grauw uit. Soms krijgt hij bezoek van een andere leegloper en denkt hij plots dat hij een diskjockey is. Terwijl we zelf op ons terras, in de zon trachten een siësta te houden, vergast hij ons minstens één maal per week op een Woodstock- achtige plaatjesdraaierij. Nu valt de keuze van zijn muziek, die het midden houdt tussen Duitse schlagers en Englebert Humperdink, nog min of meer mee, maar toch... Naargelang de namiddag vordert en het bier waarschijnlijk alle hersenactiviteit uitveegt, gaat het geluidsniveau stilaan over in festivalmodus. Ik denk dat de afname van zijn gehoor in evenredigheid is met zijn alcoholinname. Ik veronderstel dat daarentegen zijn reukzin en intuïtie meer ontwikkelen, want blijkbaar ruikt hij mijn toenemende ergernis. Juist als ik vind, dat het genoeg is geweest en bijna als een Vlaamse furie wil opveren, lijkt het alsof Tom Jones van het festivalpodium afdondert, zich in zijn “Green, green grass of home” verslikt en er volgt opeens een aangename stilte.
De Costa del Silencio is het vakantiegebied naast het oorspronkelijke Tenbel (Tenerife-België) complex. De Vlamingen hebben hier vermoedelijk, in het verleden, massaal met zwart geld, witte huisjes en appartementjes, als tweede verblijf aangekocht. In het vakantiecomplex waar vroeger alleen Vlaamse, Engelse en Duitse toeristen overwinterden, wonen nu sinds de crisis meer en meer de Canaries zelf. Overal op de daken staan nu antennes naar TV Canaria en Spanje gericht en zijn wij hier de allochtonen die met vlaaien van schotelantennes TV Vlaanderen binnenhalen. Er is een Belgische bakker, een Vlaamse dokter en een Nederlandstalige tandarts. Verschillende Vlamingen hebben het druilerige België achter zich gelaten en begonnen hier een café of restaurant. In Las Galletas, het vissersdorpje op wandelafstand, staan verschillende menuborden broederlijk naast elkaar. De Engelsman kan hier voor 2.5 Euro zijn gigantisch English breakfast eten waarna hij waarschijnlijk voor de rest van de dag geen ‘porridge’ meer kan zeggen. Iedere nieuw aangevlogen toerist kan hier, zonder problemen, zijn eigen landsdieet voortzetten. Er worden English Roast, of lambchops with mintsauce aangeprezen. Het konijn met pruimen, frieten met stoofvlees, witlof met hesp en kaas, trekt de doorsnee ‘dagelijkse kost etende’ Belgische reiziger over de streep. Alles is voor een prikje voorhanden: een China town buffet, Wiener Schnitzel, verse Hollandse stroopwafels, pizza, paella, papas canarias con mojo, tapas, schelpdieren ,of vers gevangen en gegrilde vis, gambas en inktvissoorten. Een kilometer voorbij Las Galletas heb je de nederzetting El Fraila. In de goedkopere huizen wonen hier alle bevolkingsgroepen die eindigen op ‘alen’ en ‘anen’. Zwarte Afrikanen, Zuid Amerikanen, Illegalen, marginalen en sinds een paar jaar, omdat wij, Vlamingen ons nog meer zouden thuis voelen, Marokkanen. Om ons geen heimwee te laten krijgen, heeft El Fraila sinds een paar weken na het ‘Charlie Hebdo’ drama, nu ook zijn eigen ‘M.terrorist’. We mogen het kind niet meer bij de naam noemen, want dan worden wij als racistische stoorzenders aangeduid. Wij hebben ze samen mee in bad genomen, hun alle onderwijsmogelijkheden aangereikt, hen mee van onze sociale pot laten snoepen en ze langs alle kanten gepamperd. Het enige dat wij van hen verwachtten, was dat ze zouden integreren. Dat ze een zekere verdraagzaamheid zouden opbrengen voor onze westerse waarden en normen, tolerant zouden zijn voor onze vrije meningsuiting en onze soms bizarre uitdagende vorm van humor. Maar lange Arabische tenen hebben niet veel nodig. Als dan, zoals hier een dolgedraaide godsdienstwaanzinnige “Allah Akbar” roepend een medemens neersteekt, hebben ze nog het lef, om met hun gefrustreerde vinger, ons als schuldige aan te duiden. . De Tenerifse politie, kon de messentrekker na een klopjacht inrekenen en vroeg prompt hun autoriteiten om kogelvrije vesten, uit vrees dat ook hier de terreurboel zou escaleren.
Op de wandeldijk van Las Galletas, zitten de meeste overwinteraars en toeristen van hun Barraquito,Sangria, Mojito of pint Duvel te genieten. Als we op de promenade een tafeltje bemachtigd hebben en van onze ‘jarra’ een halve liter bier voor 1 Euro, zitten te genieten, kunnen we aan het becommentariëren van de stroom wandelaars beginnen. Het is niet raadzaam deze opmerkingen te luid te verkondigen, want de Vlaamse spionkop luistert mee. Er is duidelijk verschil te bemerken tussen de half naakte zonnende Europese toeristen en de oorspronkelijke inwoners. Voor de Canaries is het nog duidelijk winter. Ze dragen laarzen, lange broeken, dikke truien en hebben meestal nog een anorak over de arm gedrapeerd. We zien ineens de hoofden van de Antwerpenaars van het terrastafeltje naast ons, dezelfde richting uitgaan. Aan het begin van de dijk komt een oudere moslima, met een hoofddoek en djellaba in een hevige grasgroene kleur aangeslenterd.
“Zie naa, Marie, tis greun en twaggelt, hahaha ne Marokkaanse Kermit de Kikker!”
Achter de seniorenversie, loopt pa-Mo met een paar koters aan de hand, in een mouwloos T-shirtje van de zon te genieten. Een paar passen achter hem, drentelt ma-Fatima, met dikke buik. Ze is gesjaald en volledig omwikkeld met de overgordijnen, zodat ze zonder veel problemen de ergste Tenerifse zandstorm zou kunnen trotseren. “Hiersè, Louisa” fezelt de Antwerpenaar: “Een poar vanachter onzenoek, hoe zouwe die hier kome?” “Assevan ’t Kiel of Borgerhout zen, mè tram 24 hé, Eugène, of mè den 12 asse van sintjansplain komennée” Miljaarde godverdoeme, Marie, hier zitte zoekkal”
Deze Spaans- Marokkaanse mensen kunnen misschien de allerliefste, vriendelijkste en misschien super tolerante toekomstige buren zijn, maar van enige westerse geboortebeperking of kledingintegratie is er tot op heden nog niet veel te bespeuren. De overwinteraars beseffen maar al te goed dat de ‘grotemensenspeeltuin’, onder de lappen stof, sneller kweekt dan het babyuniversum en het pamperparadijs aankunnen. De Antwerpenaren en Brusselaars weten uit ondervinding, dat eens de theelokalen en de waterpijpcafés zich tussen de Belgische bakker en de Engelse pub in wringen en de lokale tapas bar vervangen wordt door een ‘pita-shoarma take away’ het vijf voor twaalf is. De Costa del Silencio, hun Costa di Flamingi zal binnen de kortste keren veranderen in het Hallal- paradijs. Wij laten de sakkerende Vlamingen achter ons en slenteren door de winkelstraat. In de etalage staat, onder de plakkaat ‘Rabajas’ een paspop met een prachtig, met papegaaien en palmbomen versierd, exotisch, veelkleurig afgeprijsd haltertopje. Het doet aan passionele nachten vol seks denken. Manlief blijft afwachtend voor de ingang van de boetiek rondhangen terwijl ik met een rotvaart het pashokje induik. Terwijl ik het Spaanse ‘taille unique’ bloesje over mijn hoofd wurm, verander ik terstond in een ‘jungle- bookachtige’ salami. Het niemendalletje verhult amper mijn kokosnoten en accentueert overdreven mijn Rubens spekrollen. De twee bandjes camoufleren nauwelijks de twee beginnende kippenfilets, die sinds een paar jaar onderaan mijn bovenarmen heen en weer wiebelen. Zuchtend hang ik het kleine Spaanse maatje terug in het rek. Als ik zonder aankoop buitenstap, schudt manlief vragend: “Nee?” Ik knik instemmend: “Nee de kleur stond me niet!” Terug thuis zal ik mijn overwinteringgarderobe voor volgend jaar wel wat aanpassen en opnieuw aankopen bij mijn hofleverancier ‘Le Marinier’. Als ik bij ‘De Zeeman’ dan niets op de kop kan tikken, dan weet ik in Antwerpen nog een heleboel winkels waar ze djellaba’s, boerka’s en overgordijnen verkopen.
Sim, Costa del Silencio 29/1/2015