Courage

8 feb. 2021 · 55 keer gelezen · 1 keer geliket

Langzaam valt de nacht. Iedere keer opnieuw. Dag na dag. Het uitzicht blijft gelijk. Windmolens, spoorwegen, silo’s en boten. Kranen bewegen zich dansant verder. Hun koppen, met verlichte ogen, als voorhistorische dieren. Traag maar statig spiedend naar prooi. Water klotst heen en weer in een door ruwe mannenhanden gehouwen kuip. In de met modder bedekte bedding zit troosteloos een visser op een krukje. Vislijn in het water, sigaret in de mond. Eindelijk rust, denkt de visser. Zelfs nu het donker is zit hij daar als een versteende pilaar, druppeltjes somberte parelen van zijn vissershoedje. Wanneer hij omkijkt dreigt de eeuwige stilstand. Het gevaar zit hem op de hielen.

Ik kijk, zoals iedere avond, uit het raam. ‘Den Dries’ is stilgevallen. Geen verkeer onder de straatlantaarns. Hoogstens opwaaiend stof in de greppel. Een zwerfkat laat zichzelf uit. Daar schuift een boot door het gebeuren. Contouren van mensen bewegen zich vloeiend over het dek. Vuurrode aspuntjes lichten zo nu en dan op. Ze grijpen het leven waar iedereen machteloos toekijkt. Roken als daad van protest tegen de eenzame uren benedendeks.

Verder zwaaien windmolens. Tientallen windmolens zwieren hun wieken flikflak heen en weer. Het lijkt een dans. Eenzame hyena’s die spoorslags verder wieken met het kapmes op vinkenslag. Zoevend gebrom. Dat gebrom lijkt een symfonie. De weeë geur van geronnen papier en verdorven gist vult de ruimte die er nu, meer dan ooit, uitziet als een zwart gat. Uiteindelijk blijft alleen het geluid nog over. Symfonie van geklak en geklok. Zo lang de nacht zijn deken spreidt deinen wij hier aan land ook mee op het ritme van onzekere wereldreizen van olietankers uit Panama en containers uit Canada.

‘Den Dries’, ik proef de woorden, ik proef de naam: ‘Mijn Dries’. Ik hou van deze plek. Ik hou van wie hier woont. We zijn paljassen, allemaal. We hebben niets. Wat fabrieken, meer niet. Daar werken we. In shiften. Allemaal. Sommigen hebben geprobeerd te ontsnappen. Sommigen zijn mislukt, maar we hebben ze allemaal in de armen gesloten. Keer op keer. Dat doen wij. Wij snappen de poging en respecteren die. Van vader op zoon, van moeder op dochter ook, je blijft hier. Er is geen ontsnappen aan. Uiteindelijk hebben we het allemaal minstens overwogen. Sommigen misschien maar een keer. We hebben allemaal gefantaseerd om het zeegat in te duiken en te kiezen voor eindeloos blauw en straatlengten eenzaamheid. Dat leek ons beter dan hier te blijven waar iedereen op je huid zit. Waar we als een soort koor ons leven in pertinente samenzang overleven.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

8 feb. 2021 · 55 keer gelezen · 1 keer geliket