dat doel
er was misschien een doel
een bedoeling die liep
als draden doorheen stof
zich een weg banend tot
waar voor de vorm moest
ze hield van waarheid
een zwaar log ding hield ze
op haar schouders als dat juk
door veelheid van vragen
niet vooruit geraakte zij
zij hield binnensmonds
bleef toch onbegrepen
er was misschien een doel
dat haar wekte, meesleurde
over kletse grond, hobbelige
wegen, haar verzuipen deed
ondergedompeld hield zij
van die vredige bodem
er leek zij niet te bestaan
er witmaagdelijk haar vleugels
er dronk zij een zoete drank
als in een roes verbleef zij er
het staven wou zij niet
het juk woog genoeg
er was misschien een doel
terwijl raasde onrust doorheen
haar lieve lijf als even tonen
willen die werkelijke wereld
haar herinneren hoe wreed
die voor haar was, als tussen
twee bergen doorliep zij dal
schoorvoetend wel, beide
stemmen druisten bij haar in
er was teveel deur
er was teveel berg
er was teveel dal
er was misschien een doel
dat zij nog niet lezen kon
die bril kreeg zij niet opgezet
zij kon de woorden niet rijgen
uiteen vielen die in letters
er was teveel grond, teveel roes
er was te weinig waarheid
haar ziel liep er voor de vorm
verloren tussen huizen en veld
geen weg tussenin, er was
enkel een misschien en zij er
zij miste er stof en die draden