Dat land met die mensen.

12 okt 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Toen ze aankwam hing de kip er al. Aan het spit boven een vuur in de buitenkeuken die niets meer was dan een hoop stenen, een verwijzing naar. Het weer was mild genoeg voor haar blote armen en te warm voor de sjaal die ze omhad. Toen het gezin in de ochtend had voorgesteld een dagje in het zomerhuis te spenderen, wist ze niet goed waar ze zich aan moest verwachten. Nu zaten de moeder en dochter naast haar, tegenover het vuur, terwijl de vader het spit draaiende hield. Er werd weinig gezegd. Of eerder weinig gesproken. Want iedere blik verhaalde van overweldigende dankbaarheid. Voor het eten, het gezelschap, de rust. Ze peuzelden samen van de kip. Vette vingers en smakkende geluiden. Het familierecept smaakte even verrukkelijk als beloofd, zelfs met haar licht verbrande tong.

Slechts twee dagen eerder leerde ze de ouders kennen. De dochter beschouwde ondertussen, een maand na de eerste ontmoeting, als goede vriendin. Hoe komt het, vroeg ze zich af, dat ze zich hier onmiddellijk thuis had gevoeld? Dat het vreemde bed waarin ze deze ochtend ontwaakte al zo vertrouwd leek?  Dat ze woorden meenden te begrijpen uit hun harde onverstaanbare taal? Ze wist nu al dat het afscheid haar zwaar zou vallen.

 

Of ze zin had om naar het meer te wandelen? De dochter stelde de vraag heel stil, nog steeds onzeker over haar accent. Ze stemde onmiddellijk in.
Het meer bleek een kleine vijver, een vertalingsfout. Ze namen plaats in het gras en praatten over de eenden die voor hen op het water dreven. Over hoe die er in België anders uitzien. Over die week samen, daar in België en nu hier. Over de toekomst, het verleden en hun dromen. Over alles en niets.

 

Toen ze, eergisteren net na haar aankomst, een flesje Duvel uit haar koffer tevoorschijn haalde, vertelde de vader dat er in dit deel van het land meer wijn dan bier gedronken wordt. Had ze hun wijngaard al gezien?
Ze werd rondgeleid in de tuin die, verspreid over verschillende niveaus, groter bleek dan verwacht. De hond, nog heel klein, dartelde hen vrolijk achterna terwijl de vader met enorme trots iedere bloem en plant uitlichtte. De wijngaard bevond zich op het laagste punt van de tuin. Zonder woorden maar met dezelfde fierheid als haar man lichte de moeder haar het bereidingsproces van hun wijn toe. Ze openden een fles. Toost op het gezelschap.

 

De hangmat hing in een streepje licht. Vanaf dit punt keek ze uit over het volledige stuk grond. De hond genoot iets verderop van de zon die ook daar het gebladerte wist te doorbreken. Ze nam een slok van haar water en keek geïntrigeerd naar een kolonie mieren die ijverig te werk was.
Met haar ogen dicht en armen lam naast haar luisterde ze naar de complete stilte. Niet veel later werd ze zacht gewekt. De moeder, warm gezicht, probeerde haar gebarend iets duidelijk te maken. Ze lachten beiden zachtjes om hun gedeelde onbeholpenheid.

 

Mens erger je niet op de te kleine tuintafel. Het was laat in de namiddag, op het mooiste uur van de dag. Het spel ging rustig vooruit en pretlichtjes waren goed vertegenwoordigd. Wachtend op haar beurt keek ze naar het huis, opgebouwd uit brede houten balken. Dit land, deze mensen. Volledig onbewust besloot ze zich nooit meer zo gelukkig als hier te voelen.

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

12 okt 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket