Datsunboy

2 okt 2020 · 8 keer gelezen · 1 keer geliket

 

Het is een schoon huis met smerige hoeken. Er woont een advocaat en in datzelfde jaar ben ik drie keer tegen zijn façade gereden. De woonst staat vlak na een nare bocht. Eén keer kwam het door ijzel, de tweede maal lag er een oliespoor en de derde keer was na een happy hour.

De cocktail was een mengsel van bruidstranen, sap van appeldoorn en wat bloed van Maria, een kwak cognac er nog bij en de bocht had mij weer uitgelachen. Ik was tegen die gevel beland, opnieuw tegen diezelfde hoek en weer was het met de Datsun van mijn grootvader. In mijn kelder liggen er al twee bumpers, één gekneuzde radiator en drie koplampen met een gebroken bril.

Het zou allemaal minder erg geweest zijn mocht daar een windmolen staan, zo eentje als in Damme of te Pittem, een cilindrische of een conische. De Datsun zou afgeketst zijn op de ronding, ik had hoogstens de bumper wat moeten uitbuilen, maar nu had het me telkens aardig wat duiten en veel moeite gekost om de automobiel van bompa Edmong te repareren.

Bovendien woont er een advocaat. Die gevelhoek is van hem en ik zag al een proces aan mijn broek hangen. Van een gemoedelijke molenaar kom ik er van af met een vloek, een oorvijg, een muilpeer en de eis om 's anderendaags, samen met Kortjakje, dat bumperspoor te komen wegschilderen, zo dacht ik.

Het is de advocaat van de Duvel die daar woont. Nog een geluk. De eerste keer was hij nog naar buiten gekomen, had me aangekeken, diep in de ogen en hij had drie woorden gesproken. Een Datsun begot.

Hij was weer naar binnengegaan zonder verder iets te zeggen. Ik zag een licht aangaan in een ruimte met een wc-venstertje. Samengevat, het was een bijna bijbels tafereel. Het leek al vergeven voor het gebeurd was, of lag het aan mijn pupillen? Had hij het gezien? Dat kan.

Het was, mijn vriend, minder erg dan een platte kat, minder driest dan een gemolesteerde mol en het is jaren geleden. Achttien moet ik geweest zijn.

Ik sta aan het venster van mijn slaapvertrek, zowaar tegen een spin te praten. Ze woont in de rechter bovenhoek van het raam. Aan de buitenkant en het is enkel de kreupele die weer alles weet. Hij heeft een tekening meegebracht van een ezel. Het hoofd lijkt op dat van een zeepaardje. 

Mooie pony, zeg ik en hij zal weer met zijn commentaar afkomen. Dat ik in datzelfde jaar vast en zeker ook drie keer mijn beste oog ben kwijtgeraakt tijdens het boogschieten. Dat de kans daarop even groot is. Dat het allemaal verzinsels zijn en bompa Edmong niet eens een Datsun had, maar een Alfa Sud. Nooit zou Edmong een japanner gekocht hebben. Dan nog liever een Italiaanse roestbak.

De Japanse vestiging van Lattoflex is intussen al lang failliet. Ik slaap nog slechter dan in die tijd en ik heb er gisteren eentje gekocht. Het autootje zit in een doosje. Het is een Datsun Cherry in een kleine garage van karton en hij is voor Dorian. Morgen wordt hij acht en ik vind het een geschikt cadeau. Hij hoeft de ganse story niet te weten, ook niet dat het een aardig vrijkarretje zou kunnen zijn voor zijn moeder en mijzelf.

Het is in ieder geval beter dan een donut in een zakje, een te klein zwembandje, want Dorian oogt ietwat gezwollen en het is ook geen ticket voor een pretpark met 99 luchtballonnen plus 1 grote desillusie.

We kunnen toch niet met een Datsun naar Dadizele. Edmong had, en het is waar, een Alfa Sud. Het ding ging twee jaar geleden naar een roesthandelaar in Meulebeke, Edmong in datzelfde jaar naar zijn hemel en morgen zal ik mijn geschenk aan Dorian geven, tijdens de wandeling in het Warandepark. Katja zal mij eerst vragen waarom dat leplampje in haar berghokje nog urenlang blijft nagloeien. Lekstroom van een hart dat altijd bij je is, zou ik willen antwoorden.

Er mag ginds in dat park een briesje staan, licht en haast onvoelbaar. Zonnetjes mogen schijnen, desnoods zo flauw en luw als leugentjes van psychologen die het hebben over beterschap. Geef knuffels of gewoon, samen knus bij de haard, vreugde bij een open vuur, vergeef en vergeet, zet een pot vreedzame soep, misschien op een stoof uit Leuven en roer zacht. 

Zolang er maar geen kopje van een troeteldier in die pot zit en ik wil nog veel meer aan Katja vertellen, warme woorden fluisteren, avonturen schilderen in haar rode oren, want het zijn niet enkel ledlampjes die nagloeien. Onderzeevulkanen kunnen zo lang en zo hevig nasmeulen dat een opblaasbootje drie mijnenvelden verder vlotjes smelt, danig vervormt dat de hoop om ooit nog wal te vinden weldra naar de haaien is.

Ik weet dat van een oud-strijder. Hij is de vader van die advocaat en woont op de eerste verdieping, in datzelfde huis met die smerige hoek. Hij moet er fregatten maken in zijn kamer, modelbouw en de derde keer dat ik er de voorkant van de Datsun geplooid had, is die kwartiermeerster naast me komen zitten op de passagierszetel.

Ik was teut, de radiateur liep leeg en de motor begon warm te blazen. Hij draaide aan de contactsleutel en de Datsun zweeg. Mijn hoofd steunde op de wreven van mijn handen die het stuur niet wilden loslaten. De ouwe krijger legde zijn voorhoofdsharen goed en sprak: Big boys don't cry.

Hij zong bijna en pas na drie oudstrijdersverhalen was mijn vader daar, met een sleepkabel en een handjevol kaakslagen. Achter zijn Volvo heeft hij de Datsun naar huis gesleurd. Ik zag de molen van Damme passeren, moest af en toe remmen om hem niet de achterlichten in te rijden, om zijn kofferdeksel niet te rammen en thuis zei moeder dat ik in het vervolg niet zomaar alles naar binnen mocht kappen.

Geen meisjesdrab noch bruidstranen, nooit méér dan twee duvels, zeker geen VSOP uit de USSR, en de koude oorlog was weer herbegonnen. Moeder sneed met het patattenmes een vingertopje af, een wortel viel en de kat kroop door een dakraampje. Ze sprong, niets brak en vader zei dat Loulou kreupel werd, dat die honden toch gelijk wat freten.

Zelfs een pony met een hoofd dat lijkt op dat van een zeepaardje, moet ik gedacht hebben.

 

uit de reeks 'Residu'

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

2 okt 2020 · 8 keer gelezen · 1 keer geliket