Buffel en de ezel

1 jun 2024 · 7 keer gelezen · 0 keer geliket

Brugge is oud. Brugge is dood. Zij bruist allang niet meer.

Er is nog de toerist stokdoof die naar de muren torens staart zo wel bijeengeraapt.

Het ruist nog op de ring. Hij leidt de rotzooi om. Doch binnen in zijn lus vertikt dat hart te slaan.

Zonen dochters kleine kinderen zij dropen weg van hier.

Zij wonen nu ginds in dat valse groen, in die verkaveling met haar zieke gazons misschien een zwembadje.

Brugge was al oud toen ik geboren werd in die kliniek bij de Krakelebrug.

Sint-Jozef en zijn nonnen hebben mij gebaard omdat mijn vader moeder domweg driftig misschien heftig op een nacht hadden gepaard.

Over de Buffelbrug, langs de poort voor de Ezel voerden zij terug naar huis.

Zij kusten toen misschien nog wel maar nooit meer spontaan midden op een brug.

Ze spraken slechts over geluk, dat snel ging schreeuwen: Wie heeft zich vergist?

Ik sta nog wel eens bij die Buffel, spreek tot hem: Had zij die brug maar even niet bestaan.

Dan waren wij berustend diep het water ingereden.

Dan hadden wij zo veel -veel beter- niet hoeven beleven.

 

 

 

uit de reeks 'Over eelt en zurkelteelt'

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

1 jun 2024 · 7 keer gelezen · 0 keer geliket