Hij was dan en hij was als en nu hij afdaalt uit het bovenland denkt hij enkel aan de tijd dat hij nog voeten had. Tot dan zal hij genieten hoe zij zich inspannen in het wiel van de planeet en vallen in het zoeken van een uitgang aan hun lijden. Decennia van zeepbellen die, even afgescheiden, geluidloos tot explosie kwamen. Decennia van speelgoedvliegtuigen die, in de val, hun tijd meenamen.
Hij schakelt zijn hoofdtelefoon in en geniet nog even van het zwijgen van de mensen. Hij bedenkt hoe goed hij kan zingen met het volume luid op het moment dat een idee, als een nog ongekend lied, inzinkt. De wijsheid van het kind, opgegeven aan een geslaagd leven dat het nooit beleven zal.
De wind wendde zich: zijn woede joeg alle geschiedenis na. Het vliegtuig viel en al snel steeg de geschiedenis als rook boven hem uit.
Poëzie is wachten op de eeuwigheid.